22 SEPTEMBER 1994 421 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie, misschien heeft Groen Links het niet gemerkt omdat ze inderdaad erg groen zijn en dan merk je die vrijage nog niet zo gauw. De heer BOKKELKAMP Als ik dan toch weer doorga met m'n verhaal: die vrijage is ons inderdaad opgevallen, ik vind dat heel jammer, het had ook misschien een kleine knieval naar de andere kant kunnen zijn. Wat me dan opvalt is uiteindelijk het betoog van de heer Maas in de eerste termijn, ik dacht: ha, nu stapt hij eindelijk op en dan begint hij een erg vaag verhaal over financiën en dergelijke waar ik echt niet meer bij kon, want ik kon het heel moeilijk volgen op dat moment. Ik vraag me dan af: wat gaat hij nu werkelijk doen? Dat zullen we dan in de tweede termijn horen. Wat dat betreft al tegelijkertijd een antwoord op de vraag van de heer Schroder: ook wij kunnen na onze tweede termijn denk ik pas de politieke consequenties in zijn geheel overzien en daarover discussiëren. De heer SCHRODER Ik wil allereerst even kort ingaan op de beantwoording van de wethouder en de beoordeling daarvan en vervolgens zal ik mijn verhaal wat meer politiek inkleuren zoals ik dat in mijn eerste termijn heb aangekondigd. Allereerst is de wethouder ingegaan op de vraag: hoe is het gekomen, de verantwoordelijkheid en de verwijtbaarheid. Wat mij opvalt in de beantwoording is dat hij de woorden wel heeft genoemd maar uiteindelijk heeft geantwoord in de richting van, ook de PvdA, is er nu eigenlijk wel iets verwijtbaar, heb ik nu alle stappen gezet die noodzakelijk zijn, zonder daaraan uiteindelijk een conclusie te verbinden over de eventuele politieke verantwoordelijkheid. Ik denk dat het anders ligt, maar ik kom daarop zo dadelijk nog wel terug. Ik heb gevraagd: wil deze wethouder zich vastleggen op het bedrag van 6,5 miljoen zoals dat nu in het raadsvoorstel staat, want anders zitten we inderdaad over een jaar opnieuw in een, naar onze inschatting omdat er te grote financiële risico 's mee zijn gemoeid, crisisdebat, opnieuw een wethouderscrisis wellicht, waarin moet worden aangekondigd dat er opnieuw overschrijdingen zijn. Hoe zeker is deze wethouder van deze zaak en wil hij daar dan politiek achter gaan staan? Ik krijg geen toezeggingen daarover. De beantwoording over de horeca, dat was overigens geen vraag van mij maar ik heb hem toch genoteerd: wat me opvalt is dat er met name geen contracten kunnen worden gesloten omdat er vanuit die sector onzekerheid zou zijn, hoor ik de wethouder zeggen, over de plaats van het theater in Breda. Het is typisch dat marktpartijen daarover dan sterke onzekerheid hebben terwijl hier de politiek vanavond wordt gevraagd die zekerheid wel te geven en daar wel het volledige vertrouwen in te hebben, dus kortom, dat vertrouwen ligt in de normale markt blijkbaar niet zo. In mei, zo heeft de wethouder nog eens een keer herhaald en dat heeft hij ook in de commissie gezegd, werd hem duidelijk dat de exploitatieplannen zoals ze er lagen, dat is vandaag zojuist keihard gezegd, niet in overeenstemming te brengen zijn met het uitgangspunt van de raad van oktober 1992. Ik vind het uitermate zwak om dan te zeggen dat de brief met de beantwoording van onze vragen ex artikel 48uiteindelijk staat daar een stempel boven, 13 juni zijn die antwoorden door het college vastgesteld en verzonden, toevallig, door een samenloop van omstandigheden, ergens is blijven liggen, die antwoorden waren eerder opgesteld en u heeft ze toevallig wat later gehad. Ik kan me dat niet voorstellen en ik vind ook dat dat onvoorstelbaar is doodgewoon omdat in mei strikt genomen de situatie niet anders was dan de situatie van eind 1993, zoals de wethouder ook heeft gezegd. Ook daar werden al tekorten gesignaleerd. Ook iets wat me opviel is de ontkenning van de wethouder dat hij in maart/april aanleiding had moeten zien om in ieder geval in de coalitiebesprekingen over het program melding te maken van de mogelijke overschrijdingen en de risicos die daar werden gelopen waardoor het raadsbesluit van oktober 1992met de financiële afdekking op de tocht zou komen te staan. Er is vandaag gezegd: de directie was erg druk bezig onder andere met het maken van het bedrijfsplan. Was dat inderdaad zo, het bedrijfsplan maken? Immers, we lezen toch in Twijnstra-Gudde I dat het bedrijfsplan de indruk wekte dat het op een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 421