23 FEBRUARI 1994
39
zeg dat nog maar eens met nadruk, dat de mensen die het echt nodig hebben op de VVD kunnen
rekenen, juist in een periode van teruglopende economie, op het instandhouden van hun financiële
ondersteuning. Dan bied ik u graag tot slot een door vijf fractievoorzitters ondertekende motie
aan, die overigens op één woord zich onderscheidt van het door ons in concept ingediende
exemplaar.
De door de heer Sandberg ingediende motie luidt als volgt:
MOTIE (1)
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
de raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 23 februari 1994 ter behandeling van de
Kadernota 1995;
- gelezen het voornemen om de aan de V.V.V. toe te kennen subsidie met ingang van 1995
structureel met 178.000,— te verminderen;
- spreekt als zijn oordeel uit, dat onvoldoende motivering wordt gegeven om een subsidiekorting
van een dergelijke omvang te rechtvaardigen gezien het belang voor Breda van de activiteiten die
door de V.V.V. worden verricht ten behoeve van de profilering van de stad en de benutting van
de toeristische potentie van de stad en de instandhouding van de werkgelegenheid in de toeristische
sector;
nodigt het college uit in overleg te treden met de V.V.V. teneinde met ingang van 1995 te komen
tot een (gewijzigde) financiële verhouding tussen gemeente en V.V.V. waarbij de huidige V.V.V.-
activiteiten uitgangspunt zijn;
nodigt het college uit vóór de begrotingsbehandeling 1995 aan de raad te rapporteren over de
resultaten van opgemeld overleg, inclusief de mogelijke financiële consequenties voor de begroting
1995;
en gaat over tot de orde van de vergadering.
De VOORZITTER
Door de heer Sandberg is een motie ingediend mede namens de fracties van CDA, PvdA en D66
en Groen Links. Ik stel vast dat deze motie door voldoende leden van de raad is ondertekend, deze
kan daarom worden vermenigvuldigd en worden rondgedeeld en zij maakt daarmee onderdeel
uit van de beraadslagingen.
De heer DE LEEUW
Bij deze kadernotabehandeling willen wij op drie punten terugkomen: een korte terugblik op de
afgelopen periode, de financiële kaders zoals die in deze kadernota worden voorgelegd en enkele
lijnen voor de komende periode. Een coalitie van vier partijen aan het einde van de rit. In het
Programakkoord 1994 stond een aantal prioriteiten en hoofdlijnen dat vooral betrekking had op
het ouderenbeleid, de kinderopvang, communicatie, cultuur en milieu. De afspraken die we met