22 SEPTEMBER 1994 432 De heer SCHRODER Zoals ik heb gezegd, wethouder Van Fessem was al weg, maar het CDA, D66 en de PvdA gezamenlijk hebben hem uit zijn politieke dood gereanimeerd. Waarom moet in de visie van onze fractie, ik zal dat straks nader toelichten, de wethouder nog steeds weg? Ik geef een korte opsomming. Allereerst, zoals gesteld in het begin van mijn tweede termijn, de politieke verantwoor delijkheid so wie so voor het schouwburgdebacle. Ten tweede, onzes inziens heeft de wethouder de raad onvoldoende geïnformeerd over de voortgang en de risico's. Ten derde, de wethouder heeft de raad aantoonbaar onjuist geïnformeerd op vragen, althans in misleidende zin geantwoord, en dan bedoel ik inderdaad de brief van 13 juni, in antwoord op de artikel 48-vragen. Ten vierde, de wethouder geeft onvoldoende blijk van overwicht over de ambtelijke staf van het Chassé Theater en ten vijfde, de wethouder heeft onvoldoende sturing gegeven aan een ambitieus project waaraan hij zichzelf politiek heeft verbonden. De motie, zoals gezegd, zal ik straks nog toelichten. Ik zal ook, helemaal kort is het niet, reageren op de politieke strubbelingen van de afgelopen weken. Het CDA heeft in de vorige periode al twee wethouders zien sneuvelen op de post Cultuur en de derde wethouder, de heer Römkens, is gewoon door privé-omstandigheden vertrokken. Laat ik duidelijk zijn, ik heb er alle begrip voor dat het CDA alles in het werk stelt om niet nog een wethouder op de schouwburg te laten vallen. Echter, het CDA heeft zich akkoord verklaard met het programakkoord waarin de exploitatieruimte voor de schouwburg opnieuw werd beperkt. En vanzelfsprekend moet mevrouw Boidin kritisch blijven in de commissie, ook naar de eigen wethouder. Tegelijk mag het CDA kritisch zijn in de vraagstellingen richting de eigen wethouder. Helaas moet ik constateren dat het daarna ophoudt. Het CDA heeft er de afgelopen twee maanden blijk van gegeven dat verontrusting veel stof doet opwaaien. Men haast zich om naar buiten te brengen dat er absoluut geen lastenverzwaring voor de burgers aan de orde mag zijn, et cetera, et cetera. Daarentegen is de politieke vraag omtrent de positie van de wethouder nimmer gesteld door het CDA en ook nimmer beantwoord. De heer AD ANK Ook dat is bezijden de waarheid. Wij hebben nadrukkelijk in de commissie en ook op andere plekken, ook in het overleg dat wij gezamenlijk, ook in het openbaar, maar ook in de andere gesprekken hebben gehad, gezegd: wij stellen de politieke vraag ook in de commissie en ook in de raad. Omdat jullie niet gehoord hebben De heer SCHRODER Het is overigens een bekend probleem met het CDA. Een probleem waarmee ook Gedeputeerde Staten de afgelopen maanden te kampen hebben gehad. Wanneer ik de pers goed volg hoeft een politiek ambtsdrager van CDA-huize pas op te stappen zodra hij dronken in de sloot wordt aangetroffen met een prostituée in zijn nabijheid. De heer ADANK Mag ik de voorzitter verzoeken om de heer Schroder in ieder geval af te hameren als hij dergelijke taal uitslaat. Dit heeft niets te maken met deze zaak. Als u zich nu beperkt tot de zaak waarvoor wij staan, dat is namelijk een voorstel van het college, 164 en 165, en twee ingekomen stukken, dan komen wij een heel eind verder. Maar deze wartaal van u doet u binnenkort in een andere sloot belanden. Laten wij dat voorkomen. Wij zijn met elkaar als volwassenen in een discussie. De heer SCHRODER Het ethisch reveil sluit in de visie van mijn fractie zeker niet vlekkeloos aan bij de politieke verantwoordelijkheid die hier vanavond aan de orde zou moeten zijn. Ik kom op D66. Voor D66 geldt hetzelfde verhaal waar het de politieke verantwoordelijkheid betreft. D66 heeft vanaf juni consequent getracht om mijn fractie in een isolement te drukken. Waarom, vraag je je af. D66

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 432