22 SEPTEMBER 1994 438
stelt vast,
- dat het bedrag van 4,6 miljoen in het raadsbesluit van 1992 was bedoeld als een limiet,
behoudens indexering;
- dat deze limiet aanmerkelijk wordt overschreden;
- dat het college van burgemeester en wethouders geen voorstellen heeft kunnen aandragen om
het tekort terug te brengen tot het niveau van het raadsbesluit;
spreekt als haar mening uit,
dat het raadsbesluit van 22 oktober 1992 afkeuring verdient.
MOTIE (2)
De leden van de raad der gemeente Breda;
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 22 september 1994, ter behandeling van
het raadsvoorstel nummer 164 betreffende het bedrijfsplan voor het Chassé Theater;
in overweging nemende,
de beraadslagingen naar aanleiding van bovengemeld raadsvoorstel;
neemt voorts in aanmerking,
- dat de wethouder van Cultuur politiek verantwoordelijk is voor het extra tekort op de exploitatie
van de schouwburg;
- dat de wethouder de raad onvoldoende heeft geïnformeerd over de voortgang en de risico's van
het Chasséproject;
- dat de wethouder de raad aantoonbaar onjuist heeft geantwoord op vragen, althans dat vragen
in misleidende zin zijn beantwoord;
- dat de wethouder onvoldoende blijk geeft van overwicht over de ambtelijke staf van het Chassé
Theater;
- dat de wethouder in onvoldoende mate sturing heeft gegeven aan het Chassé Theater-project;
- dat de post schouwburg kennelijk te zwaar is voor de wethouder;
spreekt uit,