22 SEPTEMBER 1994
442
gezegd, dan is daar een aantal risico's voorzienbaar geweest, dat hebben we in de commissie ook
heel duidelijk gezegd. Die zijn door een raadsmeerderheid geaccepteerd en onzes inziens kun je
niet zeggen dat, nu die risico's zich gaan voordoen, daar dan de wethouder op zich in politieke
zin zó verantwoordelijk voor zou zijn, dat dat een motie van wantrouwen zou rechtvaardigen,
maar er is een verder verloop van het project, het laatste halfjaar. Veel sprekers hebben daarover
wat gezegd. En op zich valt zeker dat laatste halfjaar wel onder de verantwoordelijkheid van de
wethouder en dan gaat het om de vraag op welk moment hij wist of kon weten dat de exploitatie
niet meer mogelijk was binnen het door de raad vastgestelde budget. We hebben daarover lang
gesproken in de fractie, dat wil ik niet onder stoelen of banken steken, en we hebben geconcludeerd
dat er het laatste halfjaar een dilemma heeft geleefd. Een dilemma met aan de ene kant de directie,
het ambtelijk apparaat, die cijfers presenteerden die een bepaalde tendens aangaven waardoor je
zou kunnen concluderen dat dit niet meer binnen de exploitatie van de schouwburg plaats zou
kunnen vinden, en aan de andere kant een heel hard politiek uitgangspunt, dat het wel binnen het
raadsbesluit van oktober 1992 moest worden gedaan. De portefeuillehouder heeft toen terecht,
en dat begint eind 1993 toen de proeve kwam van de zakelijk directeur, met steun van het college
in de richting van het ambtelijk apparaat steeds het politiek uitgangspunt in acht genomen. In mei
1994 krijgt de wethouder bepaalde signalen in het kader van de voorbereiding van de begrotingsbe
handeling en laat daarop versneld Twijnstra-Gudde een toets doen. Volgens een afspraak in het
programakkoord zou dat inderdaad later gebeuren maar hij neemt zelf het initiatief om dat versneld
te laten doen, met de mogelijkheid daarin het uitgangspunt van de raad te hanteren, zelfs een
opdracht aan Twijnstra-Gudde om de overschrijding van de exploitatie terug te brengen binnen
het budget. Je zou dus kunnen veronderstellen dat, ten tijde van het programakkoord nog steeds
het uitgangspunt dat politiek steeds heel hard naar voren is gebracht door alle partijen, de
mogelijkheid om binnen het exploitatiebudget te blijven, de wethouder dat ook keer op keer heeft
doorgegeven aan het ambtelijk apparaat. Een eerste keer die de politiek zelf heeft vastgesteld is
te zien in het programakkoord waar wordt gesproken over de mogelijkheid van een verzelfstandi
ging, dat wellicht extra kosten die gepaard zouden gaan met de realisatie van de schouwburg af
te dekken waren binnen de renteomslag. Dat hebben we met z'n allen vastgesteld en dat
programakkoord is door de coalitie van CDA, D66, Groen Links en PvdA ook ondertekend. En
dat betekent dus dat het omslagpunt voorzover wij het hebben kunnen analyseren, is gekomen
bij de presentatie van Twijnstra-Gudde. Toen werd pas echt duidelijk dat de uitgangspunten niet
meer konden worden gehandhaafd en het vervolg kent uDat betekent dus dat wij helemaal terugre
denerend in eerste instantie niet de algemene politieke verantwoordelijkheid hier stellen, want dat
heb ik net verklaard, die ligt bij de raadsmeerderheid die toen in 1992 dat besluit heeft genomen,
en aan de andere kant niet over dat laatste halfjaar dermate ernstige verwijten kunnen maken aan
deze wethouder dat dat rechtvaardigt een steun aan de motie van wantrouwen zoals die door Groen
Links naar voren is gebracht. Verder heb ik er behoefte aan om toch een paar woorden te zeggen
nog over de beschamende vertoning die hier vanavond heeft plaatsgevonden en de manier waarop
Groen Links in eigenlijk een korte tijd de collegiale samenwerking, die gestalte is gegeven de
afgelopen tijd, in ieder geval een aantal maanden vanaf de sluiting van het programakkoord, hier
compleet heeft afgebroken. En dat heeft u echt aan u zelf te wijten.
De heer VERPAALEN
Ik heb eigenlijk drie opmerkingen. Ik heb de wethouder verweten dat hij pas na 1 oktober
mededelingen kan doen over de verkoop van de kazerne en ik had graag van hem gehoord waarom
hij dat na deze raadsvergadering heeft gepland. Een tweede vraag is: we hebben gehoord dat de
directie een kanttekening heeft gemaakt bij het commitment, ik zou exact de inhoud willen weten
van die kanttekening. En ten derde, de heer Maas heeft een aantal mededelingen gedaan in deze
vergadering, namelijk dat hij het niet eens is met de cijfers. Hij heeft echter niet uitgelegd wat