23 FEBRUARI 1994
41
posten zeker qua omvang weer lijken te groeien. Het niet haalbaar blijken van de bezuinigingen
bij het Stadsgewest baart ons zorgen. Hoe komen wij tot een goede financiële beheersing van het
Stadsgewest? Met deze kadernota hebben we nu een financieel beeld en de wetenschap ook nog
dat er ruimte bestaat voor nieuw beleid en daarmee kan de nieuwe raad in april aan de slag. En
dan kom ik bij het volgende punt: de handreikingen voor de komende periode. In eerste instantie
de relatie burger- bestuur. Bij de reorganisatie zijn we er vanuit gegaan dat de dienstverlening
van de gemeente dichter bij de burgers moet worden gebracht. De meldpunten in de verschillende
wijken en het districtsgewijs werken dienen ertoe bij te dragen dat buurten zich beter op de hoogte
kunnen stellen van de ontwikkelingen in de eigen woonomgeving. Met klachten en ideeën moeten
burgers sneller en directer kunnen aankloppen zodat ook de reactietijd van de gemeente wordt
verkort. Het gevolg daarvan is dat je meer participatie van de burgers vraagt en dat houdt in dat
je daarvoor ook middelen vrij maakt. Zo zouden er op verschillende plaatsen in de stad
informatiepunten moeten worden ingericht, gekoppeld aan de meldpunten, waar met behulp van
automatisering de bevolking snel en adequaat kan worden geïnformeerd over de laatste ontwikke
lingen. Op deze wijze speel je de burgers mogelijkheden toe waarmee ze zelf aan de slag kunnen
gaan zodat hun inbreng vooraan in het ontwikkelingstraject kan worden meegenomen. Hiermee
spelen we in op het verlangen van de burger om niet vier jaar lang te hoeven wachten om
uitdrukking te geven aan zijn of haar verlangens, zonder dat daar een nieuwe bestuurslaag in de
vorm van deelraden aan te pas komt. Ook bij de gemeentelijke herindeling, zoals die op ons afkomt,
kan deze wijze mede invulling geven aan het behoud van de eigen identiteit. De enorme
investeringen die wij de laatste jaren hebben gepleegd op het gebied van automatisering kunnen
ertoe bijdragen dat de kosten van zo'n project redelijk binnen de perken blijven. Ook de raadsleden
ontkomen er niet aan. Juist de voortschrijdende informatisering verlangt steeds meer dat wij er
aan mee doen, anders missen we de boot. We kunnen er ons voordeel mee doen als het gaat om
het beoordelen van voorstellen, het zoeken naar alternatieven en het volgen van de uitvoering van
het afgesproken beleid. Op zo'n manier kan kwalitatief gezien het werk van raadsleden worden
verbeterd, al blijft het natuurlijk, en gelukkig ook maar, mensenwerk. Het voordeel is dan aan
de stad en haar inwoners en het vergt natuurlijk wel een andere werkwijze van raadsleden, maar
het kan er ook toe bijdragen het vertrouwen van de burgers in het bestuur te vergroten. Op die
manier kan misschien ook worden voorkomen dat mensen naar simpele oplossingen gaan kijken
en zich aangetrokken voelen tot hen die zoiets in de vorm van schijnoplossingenbieden. Het college
heeft al een eerste opdracht gegeven het een en ander op papier te zetten zodat we dat bij de
onderhandelingen kunnen gebruiken. Aan de nieuwe raad dus een kans om te verzilveren. Een
ander middel dat zijn dienst heeft bewezen om de relatie tussen burger en bestuur te verbeteren,
is de burgerenquête zoals die door D66 is gehouden. Na de nodige scepsis toen wij het idee
lanceerden, mag nu toch wel worden gesteld dat gezien de overweldigende reacties die wij hebben
gekregen en de hoge score wat de deelname betreft, de Bredase bevolking wel degelijk behoefte
heeft aan een periodieke burgerenquête en ik begrijp dat dat bij de PvdA ook is doorgedrongen.
Het is een andere manier om de vinger aan de pols te houden en inzicht te krijgen in zaken die
de Bredanaars bezig houden. Wij menen dan ook dat dit initiatief een vervolg zal moeten krijgen.
Uit die enquête is overigens nadrukkelijk het probleem van de openbare orde en veiligheid aan
het licht gekomen. Als antwoord hierop is het naar de mening van de D66 noodzakelijk dat er
in de komende periode een integraal plan op tafel wordt gelegd wat de openbare orde en veiligheid
betreft. Hierbij zullen veel verschillende gemeentelijke beleidsterreinen aan elkaar dienen te worden
gekoppeld zodat steeds kan worden gemeten kan worden of een beslissing op het ene terrein van
betekenis is voor de andere terreinen. Het is dus geen kwestie van een blik agenten opentrekken
alhoewel er hard moet worden gewerkt om de verschillende teams op sterkte te brengen. Het heeft
onder andere te maken met regels en de handhaving daarvan, met ruimtelijke ordening,
maatschappelijke dienstverlening, enzovoorts. Veel aandacht vraagt de volkshuisvesting in de
komende periode. We zullen alle creativiteit aan de dag moeten leggen om het hoofd te kunnen