22 SEPTEMBER 1994
447
De VOORZITTER
Dan is er een drietal moties. Ik zal ze even voorlezen. "Motie 1. De gemeenteraad van Breda,
et cetera, et cetera stelt vast dat het college geen falend beleid heeft gevoerd omtrent het Chassé
Theater, en stelt eveneens vast dat de voorstemmers voor deze motie, indien de exploitatielasten
voor het Chassé Theater bij de besluitvorming in oktober 1992 even hoog waren geweest als bij
deze besluitvorming op 22 september 1994, eveneens voor deze exploitatielasten zouden hebben
gestemd"
Misschien is het verstandig als u die toch nog even toelicht zo dadelijk.
De heer DE LEEUW
Wilt u meteen vragen of zij daar ook voor stemmen?
De VOORZITTER
Neen, laat mij eerst even de moties voorlezen en dan vraag ik het aan de heer Boer.
Hierna leest de VOORZITTER de andere drie moties van de Parel van het Zuiden voor.
De door de heer Boer ingediende moties luiden als volgt:
MOTIE (4)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 22 september 1994 ter behandeling van
agendapunt 164: Bedrijfsplan Chassé Theater;
stelt vast dat:
- het college een falend beleid heeft gevoerd omtrent het Chassé Theater.
MOTIE (5)
De leden van de raad der gemeente Breda,
gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente
Breda;
stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt:
De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen op 22 september 1994, ter behandeling van
agendapunt 164: Bedrijfsplan Chassé Theater;
overwegende dat,