22 SEPTEMBER 1994 453 beleid, het gaat moeizaam. Maar wij wisten tevoren dat bij zo'n schouwburg bouwen er problemen zouden zijn, dus het proces is niet als falend beleid aan te merken. Dat heb ik al eerder gezegd. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Bij interruptie. Maar mijnheer Taks, één voordeel hebben wij natuurlijkwel, als u nu de heer Maas naar huis stuurt, u weet hoe hij denkt over wachtgeldregelingen, dus misschien besparen wij ons toch nog wel een flinke post en gaat hij gauw aan het werk. De heer TAKS Het valt echt mee. Kijkt u de pensioenregeling van de politieke ambtsdragers maar eens na. De heer Maas zit nog geen halfjaar. De tweede en de derde motie dus van De Parel zullen onze steun moeten ontberen. De heer SCHRODER Uiteraard stemmen wij voor de door mijzelf ingediende moties. De motie van het CDA, ik vind het toch een beetje een obscure Libelle, wat hier aan de orde is. Ons idee, de stelling die ik vanavond heb betrokken, is politieke verantwoordelijkheid en politiek vertrouwen, daar gaat het per slot om. Dat betekent datje doodgewoon kijkt: op welke post zit iemand en heeft hij met name op het onderdeel waarvoor hij verantwoordelijk is, fouten gemaakt of draagt hij daar een politieke verantwoordelijkheid voor. Vanavond is het debat over het Chassé Theater aan de orde en ik kan op geen enkele manier verantwoorden richting mijn eigen wethouder dat hij daarvoor op de een of andere manier verantwoordelijk kan worden gesteld. Het enkele feit en dat blijkt uit de motivering van deze motie, dat het CDA hard reageert op de motie die wordt ingediend in de richting van wethouder Van Fessem, wat mij betreft zelfs nog een handreiking ook richting het CDA, vind ik onvoldoende uit de verf komen. Ik zou zeggen, wanneer u inderdaad het vertrek van wethouder Maas wilt, probeer hem op zijn eigen politieke handelen af te rekenen en niet op het enkele feit dat er een andere motie richting een collegelid ligt. De heer AD ANK Bij interruptie, het gaat niet om de heer Maas, het gaat om de collegialiteit en die collegialiteit is geweld aangedaan en dat vertrouwen is wat ons betreft definitief geschonden. De heer SCHRODER Ik neem daar kennis van, mijnheer Adank. Aan het amendement van de Parel van het Zuiden heb ik geen behoefte. Ik laat mij nog niet uit over de eerste motie van de Parel van het Zuiden, daarop wil ik eventueel in een extra termijn, maar ik kan heel erg kort zijn, terugkomen. Aan de tweede motie van De Parel en de derde motie van De Parel hebben wij geen behoefte. Mevrouw HEERKENS Even de volgorde van de moties. Motie 1 van Groen Links vinden wij een onzin-motie, die heeft geen enkel nut, het gaat hier niet om het raadsbesluit op zich om daarover nu afkeuring uit te spreken en ik vind het ook een motie een beetje op het niveau van de Parel van het Zuiden. Wat betreft de motie van wantrouwen van Groen Links in de richting van de wethouder van Cultuur, daarover ben ik duidelijk geweest, in mijn tweede termijn heb ik daarop uitgebreid geantwoord. Waarbij ik wel wat langer stil wil staan is de motie die door het CDA is ingediend. Gezien het optreden en de stellingname van Groen Linksgezien het feit dat Groen Links zelf het vertrouwen opzegt in een collegel id en dus ook het vertrouwen opzegt in de samenwerking in de coalitie, gezien al die uitlatingen is er ook geen enkel aanknopingspunt meer voor een verdere samenwerking. Daarom zijn wij ook genoodzaakt om het vertrouwen op te zeggen en deze motie te steunen. Ik mag wel zeggen dat wij echt, en dat wil ik toch echt nadrukkelijk zeggen namens de fractie, van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 453