23 FEBRUARI 1994
43
volgens mijn fractie een onvoldoende helder beeld van de risicopositie van de gemeente. Deze
kadernota kiest ervoor om de inzet van de investeringsruimte over te laten aan de nieuwe raad.
Deze keuze kan mijn fractie volgenmaar dan moet er wel ruimte zijn voor nieuw beleidDe investe
ringsruimte van 20 miljoen is al voor 10 miljoen ingezet in onuitstelbare investeringen, de
overige 10 miljoen is beschikbaar voor een wel zeer uitgebreid wensenlijstje bestaande uit
ondermeer het Westerpark, de Grote Kerk, de verplaatsing van het NAC-stadion en monumenten.
De nieuwe raad mag niet kiezen wat ze wil gaan doen, de nieuwe raad moet gaan kiezen welke
zaken blijven liggen omdat er geen geld voor is. Als voorbeeld van zaken die blijven liggen wil
ik de kinderopvang noemen. Vanaf 1995 doet zich hier een knelpunt voor dat om de inzet van
extra gemeentelijke middelen vraagt. Er bestaat thans al een wachttijd van 2,5 jaar. Wanneer
volgend jaar het aantal bedrijfsplaatsen tot 70 moet groeien betekent dit dat er nog minder ruimte
over blijft voor gesubsidieerde plaatsen. In de praktijk betekent dit dat inschrijvingen voor gesubsi
dieerde plaatsen niet meer worden gehonoreerd. Voor mensen met een minimum inkomen betekent
dat dus, in gewoon Nederlands, het einde van de kinderopvang. Het is te gemakkelijk om te
beweren dat dat een punt voor de nieuwe raad is. In deze kadernota is voor 1995 daarvoor geen
ruimte gereserveerd. Ik dien hiertoe een motie in. Bij de dienst Welzijn zit verder nog een
bezuiniging op het school-maatschappelijk werk van 60 duizend en een vacaturestop die per 1
april bij de gesubsidieerde instellingen moet ingaan. De PvdA heeft in een nota rond de verkiezingen
aangegeven geen verdere bezuinigingen op het gebied van welzijn meer te accepteren. Ik ben
benieuwd hoe de wethouder deze bezuinigingen, die elke onderbouwing missen, gaat verdedigen.
In de commissiebehandeling zijn deze bezuinigingen aan de orde geweest, de beantwoording luidde
toen dat de diverse instellingen zou worden gevraagd hoe zij denken deze bezuinigingstaakstelling
te kunnen realiseren. Deze coulante opstelling betekent wel een flink gat in de begroting wanneer
de taakstelling niet wordt gehaald. Een knelpunt bij de dienst Welzijn is de accommodatie voor
jongerengroepen. Mijn fractie heeft al bij eerdere gelegenheden gepleit voor een jongerenac-
commodatie met name in de wijk Princenhage. De wethouder heeft hierop geantwoord dat groepen
jongeren die zich presenteren vaak een tijdelijk karakter hebben. Voor de wijk Princenhage betekent
dit voor ons dat er toch aanleiding is voor een vast honk voor jongeren waarvan in de loop der
tijd wellicht door achtereenvolgens meerdere groepen jongeren gebruik kan worden gemaakt. Hoe
de fractie van Groen Links denkt over de schouwburg mag als algemeen bekend worden veronder
steld. Toch is er reden om bij deze kadernota de schouwburgproblematiek aan te stippen. De bouw
heeft een dermate vertraging opgelopen dat de openingsdatum van 1 januari 1995 niet wordt
gehaald. Het seizoen valt daarmee in duigen. Het college haalt dan de zomerbespeling uit de kast
maar van zomerbespeling hoeft, zo blijkt uit de ervaringen in andere steden, niet teveel verwacht
te worden. Dit maakt de exploitatie van met name 1995 tot een groot risico. Dit betekent dat er
al in 1995 een flink financieel gat valt. Tot overmaat van ramp is er nog geen invulling gevonden
voor de Kloosterkazerne. Al maanden lang houdt het college de raad aan het lijntje met de
mededeling dat er nog steeds wordt gepraat met kandidaten voor een hotel in dit prachtige
monument. Nu nog steeds niet duidelijk is wat er gaat gebeuren betekent dit dat bij de opening
van de schouwburg nog geen invulling is gerealiseerd. De schouwburg komt in zijn aanvang tegen
een doods, leeg gebouw aan te staan. In de kadernota is een bezuiniging van 200.000,—
opgenomen in het kader van de regionalisering van de Milieudienst. Zoals bekend is de fractie
van Groen Links geen voorstander van regional isering van de Milieudienst, zolang het regiobestuur
niet democratisch is gekozen. Dat wil niet zeggen dat niet bepaalde uitvoerende taken geregionali
seerd zouden kunnen worden. Mijn fractie vreest echter de greep op het milieubeleid kwijtte raken.
Het college heeft precies een jaar geleden maximaal ingezet met de regionale Milieudienst. Met
name de burgemeester wist de meerderheid van de raad te overtuigen tot een maximale overheveling
van taken en bevoegdheden naar het Stadsgewest. Nu, een jaar later, blijkt hoever dit voornemen
afstaat van de werkelijkheid. Naar aanleiding van het rapport van Berenschot is flink ingebonden
in deze maximale opzet. Zelfs een regionale Milieudienst met een beperkt pakket taken en