22 SEPTEMBER 1994
464
privatisering blijft voor ons het gevoel aanwezig: we zijn weggegaan om een Harley Davidson
te kopen maar we volstaan met het opvoeren van een Solex.
De heer SCHRODER
Onze fractie heeft al vaker naar buiten toegebracht dat wat ons betreft die hele privatisering op
dit moment nog niet aan de orde zou moeten zijn. Wat ons betreft is het zo dat, zolang wij als
gemeente de volledige financiële risico's over de schouwburg lopen, we dan ook maar beter over
het totale beleid, dat we daar toch met z'n allen willen wegzetten, de vinger aan de pols kunnen
houden. In dit voorstel is het zo dat wij uitsluitend nog de financiële risico's dragen en daar tegen
over, en dat zouden wij graag als spiegelbeeld zien, in onvoldoende mate nog de artistieke
programmering kunnen beïnvloeden. Het zou wat ons betreft de voorkeur hebben wanneer we
het een of twee jaar aankijken en dat we dan pas, op het moment dat we een gezonde financiële
basis hebben, richting een privatisering gaan. Op dit moment is dat voor ons nog niet aan de orde.
De heer VAN DE STEENOVEN
Heel kort. In feite gaan we vaak slechts op één punt in dat ook al door mevrouw Boidin is genoemd.
Uit een eerdere discussie deze avond is ons gebleken dat één van de directieleden van de
schouwburg zich niet kan vinden in het voorstel, of daartegen in ieder geval bedenkingen heeft.
In het verleden heeft dit directielid er blijk van gegeven zich weinig gelegen te laten liggen aan
de Bredase raad en haar besluiten en wij vragen ons af of het dan nu, op het moment van de
verzelfstandiging, niet het moment zou zijn om de personeelsformatie aan te passen conform het
eerder advies van Berenschot.
De heer VERPAALEN
Tijdens het debat in de commissievergadering is herhaaldelijk opgemerkt tijdens de behandeling
van dit punt dat men in feite een beslissing neemt zonder alle relevante gegevens te kennen. Dat
was gebeurd in 1992 en dat gebeurt nu wederom. Want verzelfstandiging van de schouwburg houdt
in, dat de verantwoordingsplicht wordt verschoven en ook de controle. De gemeenteraad heeft
geen enkele zeggingskracht meer. De wethouder is niet meer politiek aansprakelijk en het college
kan slechts als aandeelhouder akkoord gaan met voorstellen van de directie of van de raad van
commissarissen. Op dit moment weten we niet hoe de schouwburg er over één of twee jaar
financieel voorstaat en in hoeverre er behoefte zal blijken te zijn aan directe controle door de
gemeenteraad. Vandaar dat De Parel van mening is dat een beslissing, vandaag te nemen, onjuist
is en zij stelt dan ook voor om dit onderwerp op de agenda te zetten van september/oktober 1996.
Wethouder VAN FESSEM
Mevrouw Boidin had het over de raad. Betrokkenheid, kan daar een belemmering voor zijn? Ik
denk dat het ligt aan de formulering hoe je die tot stand brengt. Ik breng hier ook aan de orde
natuurlijk de raad van commissarissen. De kritische kanttekeningen van de heer TenZijthoff, want
daar gaat het dan om, hebben die gevolgen voor dit verhaal? Neen, u besluit nu tot benoeming
van één statutair directeur, de heer Inniger. Hij was overigens diensthoofd in de huidige formatie,
dus dat is op zich geen verandering. Ik denk dat de kritische kanttekening van de huidige artistiek
directeur de neiging heeft van een tijdelijk arbeidsconflict waar we wel uitkomen en ik denk ook
dat de personeelsformatie la Berenschot, zoals de heer Van de Steenoven zegt, in feite dus min
of meer in beeld komt, zij het dat in het directiestatuut de functie artistiek directeur wel degelijk
kan worden opgenomen. Maar dat is dan puur functioneel. Wat betreft de verliezen: wij moeten
ons die gedachtensprong voor verzelfstandiging toch helemaal nog eigen zien te maken, merk ik
wel, want de verliezen die er zijn kunnen velerlei zijn, die kunnen van een slechte winter zijn of
van een hete zomer. Zaak is dat in ieder geval de raad van commissarissen daarop toe ziet, die
overigens ook wellicht tijdens het jaar kan bijsturen, want die zit er veel dichter op natuurlijk,