29 SEPTEMBER 1994
485
De heer TAKS
Neen, ik heb een analyse gegeven van de gang van zaken bij de onderhandelingen en ik heb daarin
in het bijzonder de rol van het CDA geschetst. Die heb ik scherp bekritiseerd, omdat bepaalde
afspraken niet zijn nagekomen door de lijsttrekker van het CDA. Er werden wat scherpe
opmerkingen over het CDA gemaakt en los daarvan heb ik ook nog een oordeel gegeven over
het nieuwe college en gezegd dat we het college zouden bestrijden, weliswaar zouden we op een
zakelijke wijze de voorstellen op hun merites beoordelen, maar we zouden toch alles in het werk
stellen, als de kans zich voordoet, om het college ten val te brengen. Dat is ook de rol van de
oppositie, een rol die wij niet hebben gezocht, maar dat verwacht je toch van de oppositie en die
zullen we dan ook proberen waar te maken. Het eerste slachtoffer is al gevallen; we hebben het
niet alleen gedaan, zijn eigen partij heeft ook het nodige daartoe bijgedragen. Maar soms kun je
elkaar helpen, mijnheer Schroder.
De heer SCHRODER
De heer Taks heeft al zijn pijlen alleen maar op wethouder Maas ingezet, nooit op enig ander lid
van het college.
De heer TAKS
Neen, maar die is ook het eerste gevallen, nu de volgende. Maar het gaat dus niet speciaal om
de CDA-wethouders, daarin spreek ik mevrouw Heerkens tegen. Wat betreft het democratisch
gehalte van het college, daarover kun je twisten. Een meerderheid is een meerderheid, uiteraard,
dat is democratisch, zelfs een minderheid kan democratisch zijn als er geen meerderheid te vormen
is. Dat is het probleem ook niet. Ik heb er alleen op gewezen dat het een hele kleine meerderheid
is en dat bepaalde partijen ook bepaalde opvattingen hebben omtrent de mate waarin een college
breed moet worden gedragen en dat is met name de CD A-fractie. Het CD A-verkiezingsprogramma
spreekt daarover. De andere partijen zijn daar minder concreet over. Maar ik vind een coalitie,
gesteund met 20 zetels, een krappe meerderheid, gegeven ook het bijzondere feit dat we nu 37
bezette raadszetels hebben, maar dat kunnen er straks ook 39 worden, waardoor het toch een
penibele situatie wordt. In dat geval, zegt D66, moeten we de onderhandelingen heropenen, ook
de heer Adank heeft erop geduid. Ik wil er wel op wijzen dat de onderhandelingen, naar mate
dat de tijd vordert, natuurlijk steeds moeizamer zullen worden. Ik denk dat het ook goed is dat
te zeggen. Nog iets over democratie. Natuurlijk, er is een meerderheid, het college is volstrekt
gelegitimeerd, daar is geen twijfel over mogelijk. Maar is het nu politiek ethisch fraai dat er twee
partijen inzitten die elk vijf zetels verloren hebben? Is dat democratie? Formeel wel, materieel
niet en daar gaat het om. We hebben de indruk dat de drie resterende collegepartijen vooralsnog
lijden aan zelfoverschatting, bij sommige gaat het dagen waar ze denken dat ze niet het einde kunnen
halen zonder grote problemen, maar vooralsnog denken ze het toch samen te moeten doen. Toch
een vorm van zelfoverschatting. Er werd vroeger wel eens gesproken over de arrogantie van de
macht. Een begrip dat ook weer speciaal in verband met het CDA werd gebruikt. Daar kun je
niet meer over spreken, want het CDA heeft geen macht meer, die tijd is voorbij en het CDA is
geen machtsfactor meer, het is een normale partij geworden als de anderen. Maar het lijkt of de
bacil van de arrogantie van die macht ook nog de PvdA en D66 een beetje in haar greep heeft
gekregen.
Mevrouw HEERKENS
Bij interruptie, u zegt over de arrogantie van de macht: kijk naar de verkiezingsuitslagen. Het
klopt inderdaad, wij hebben fors verloren, dat erken ik. Maar ik vind dat er een situatie aan vooraf
is gegaan. Maar degene die hier een forse winst heeft behaald en dat was Groen Links, heeft zelf
de keuze gemaakt om zich terug te trekken. Wij hebben de verkiezingsuitslag uitgelegd als een
centrum-linkse coalitie. Nu het zover is gekomen, door de hele schouwburgkwestie, dat Groen