29 SEPTEMBER 1994 494 teergemeente te mogen worden aangemerkt. De verwachting is dat binnen een week of twee, drie hierover uitsluitsel zal komen. Wat dat betreft, dan kunnen wij verder. Wij hebben overigens op papier al een fors aantal plannen, ik denk die ergens in november eventueel december te kunnen bespreken met de commissie. Ik kom dus met de invulling van eventuele additionele plaatsen op Bredaas niveau naar u toe. De vrijlatingsregeling gaat inderdaad op 1 oktober in. Wij zijn niet in staat geweest om met een nieuw beleid op dit moment te komen. Omdat die regel zo kortgeleden op de gemeente afkwam is er nauwelijks tijd voor geweest om op dit moment daar een goed beleid op te zetten. Wij maken gebruik van de overgangsregel zoals die op dit moment ook valide is. Dat betekent dat wij tot 1 januari en dan zullen wij vóór 1 januari het nieuwe beleid in gang gezet moeten hebben, de oude vrijlating vervangen door een premie. Dus dat betekent dat de mensen die nu gemiddeld zo'n 185,- vrijlating krijgen, nu in feite 185,— premie krijgen. Het is een ander regime. Het is een andere manier van werken, maar in feite lijden de mensen dus geen schade. Ik denk dat wij in de vergadering van december met nieuwe bepalingen in de commissie kunnen zitten. Dat betekent in feite ook afstemmen op elkaar en kijken welk zinnig beleid erop te zetten is. Wij zijn er nog niet uit. U zegt dat u blij bent met de opmerking dat wij proberen aan te sluiten op districtsniveau. Die zin is er uitdrukkelijk zo ingezet om te proberen een soort integra- liteit met de andere sectoren, met de andere diensten te realiseren. Over het straathoekwerk hebben we het in de commissie uitgebreid gehad. De C.A.D. heeft daar in 1993, niet zo zeer in 1994, een onevenredig grote bezuiniging van meer dan 100.000,- op losgelaten, in strijd met de afspraken die wij daarover hadden. Wij hebben dan ook richting C.A.D. uitdrukkelijk gesteld dat die bezuiniging teruggedraaid moest worden en wel zo snel als mogelijk wasHet RIBO oftewel de bijzondere controle: die 700.000,-- die er staat, die staat er al jaren. U weet dat indertijd het Rijk voor duizend cliënten een bijzonder sociaal rechercheur beschikbaar stelde. En dat betekent dat er in Breda en omstreken, want wij fungeren hier dan ook zo'n beetje als totaalgemeente, op dit moment 10 11 sociaal rechercheurs werkzaam zijn. Het bedrag is niet meer dan de voorafgaande jaren is gebruikt, er is dus geen groei op dit moment. Dit is een continuering van een situatie die, ik dacht, al eenjaar of vier bestaat. Even kijken naar het amendement. Dat spreekt voor zich. Dit is een voorstel dat niet door het college is gedaan. Ik denk dat de heer Boer daar nog wel een toelichting op zal geven. Wat betreft het minderhedenbeleid het volgende. Mijnheer Heeren, het minderhedenbeleid is een onderdeel van de aandachtsgroepen. Maar je mag het binnen die aandachtsgroepen natuurlijk uitgebreid specificeren. Je mag verschillende aandachtsgroepen noemen en wij noemen dan de minderheden. Ik zie daar geen bezwaar in. De heer HEEREN Ja, maar toch wordt er onderscheid gemaakt, terwijl er toch veel wordt gepraat over integratie. En als je praat over integratie moet dat toch tot uiting komen in het beleid. Als u al onderscheid maakt tussen minderheden, die toch geassocieerd worden met Turken, Marokkanen enzovoort, dan geeft dat toch een versterkte voorkeur naar mijn mening. En misschien is er wel een voorkeursbehandeling ten opzichte van sociale uitkeringen enzovoort, enzovoort. Wethouder VAN RAAK Wij hebben voorkeursbehandelingen met een x-aantal aandachtsgroepen waaronder de minderheden, dat is een normaal beleid en dat voeren we al jaren. Juist om die integratie te bewerken probeer je in sommige gevallen mensen daartoe extra middelen, extra mogelijkheden aan te bieden. Dat kost extra geld en dat geld halen we onder andere uit het fonds Sociale Vernieuwing. De heer HEEREN U geeft dus toe dat er een voorkeursbehandeling is?

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 494