23 FEBRUARI 1994 48 Wethouder VAN RAAK Ja, ik zit hier niet namens mijzelf, ik zit hier namens het college te antwoorden, dus ik weet wel wat ik in zal gaan brengen. Dan in de richting van D66. De heer De Leeuw heeft een tweetal evaluaties gegeven zowel van het ouderenbeleid als de kinderopvang. Voor beide mijn dank, ware het niet dat datgene wat de heer De Leeuw over kinderopvang zegt, precies haaks staat op datgene wat de heer Maas, de volgende spreker, inbracht. Hij was positief daarover en de heer Maas noemt het als een van de zaken die zijn blijven liggen. Wat betreft de risico's waarop de heer De Leeuw wijst zijn wij op dit moment bezig met een notitie om die in beeld te brengen. Die komt nog naar u toe. In de vorige notitie die we in de commissie hebben behandeld in januari, vorige maand, hebben we al aangegeven op welke terreinen de risico's zitten. Precieze berekeningen worden op dit moment gemaakt. Als ik nu kijk naar de motie die Groen Links daarover heeft geproduceerd, dan moet ik constateren dat de vraag om 70% van de gesubsidieerde kinderopvang minimaal te handhaven, een dermate fors beslag zal gaan leggen op onze middelen dat ik veronderstel dat die alleen financieel al de nodige problemen op zal leveren. Ofschoon ik het op dit moment niet correct kan uitrekenen omdat ik daar de gegevens niet toe heb, denk ik gewoon dat financieel dit soort zaken al niet haalbaar is. De andere De heer SCHRODER De vraag is eerder aan de orde of het college ook de zorg die in de motie is verwoord, onderschrijft. Wethouder VAN RAAK Het is rijksbeleid. Laat ik het dan zo zeggen, dat we in het kader van de verlenging stimulerings maatregelen tot 1995, maar dat geeft u ook aan, de bedrijfsplaatsen van 30% naar 70% proberen te brengen. Daar is tegelijkertijd een bezuiniging van het Rijk overheengekomen, daar is tegelijkertijd een gewijzigde ouderbijdrage overheengekomen, dat betekent gewoon dat die bezuiniging op een andere manier moet worden opgevangen. De heer SCHRODER Maar bent u het inderdaad met me eens dat het voor met name de doelgroepen die hier worden genoemd, straks onbetaalbaar wordt en dat dus kinderopvang als voorziening wegvalt? Wethouder VAN RAAK Neen, ook dat niet, want stel dat die doelgroepen ervan gebruik maken, dan wijs ik gewoon op het feit dat we met een tabel te maken hebben waarbij de inkomensafhankelijkheid een gegeven isDus dat betekent, wanneer mensen met een minimuminkomen van kinderopvang gebruik willen maken, dat daarop ook de bijdrage die ze moeten betalen is afgestemd. Dus wat dat betreft zijn er zaken geregeld. Wat betreft herintredende vrouwen hebben wij het vanuit de bijzondere bijstand mogelijk gemaakt om vandaar uit zaken te betalen. Dus wat dat betreft heeft u alleen gelijk voor wat betreft het feit van de 30%wat nu 70% was of iets dergelijks, dat gedeelte wordt nu kleiner, maar voor het andere gedeelte moet ik alles wat u daar zegt, bestrijden. Het college ontraadt u deze motie aan te nemen. Bovendien hebben wij de afspraak dat we wat betreft de gelden nieuw beleid, waarop u dus een ingreep doet, in feite de nieuwe raad aan het woord is en ik zou dat ook namens het college wel graag zo blijven houden. Dan uw opmerking met betrekking tot de bezuinigingen in de sector Cultuur. U zegt dat het een coulante opstelling is wanneer wij aangeven dat we in overleg gaan met de onderscheidene grote maatschappelijke instellingen. Noemt u dit coulant? Ik vind het niet meer dan een vorm van normaal maatschappelijk verkeer, dat we in stellingen raadplegen zoals Vertizontaal, I.M.W., SOBenhetO.B.D., dat we met hen in overleg gaan: wat betekent dit concreet? Wat voor een scenario's hebben jullie daarbij bedacht? Hoe vullen we dit in? Wat voor consequenties heeft het een en ander? En dat we dat, als we dat met de instel-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 48