29 SEPTEMBER 1994 513 nadrukkelijk kenbaar gemaakt dat dat niet doorkruist mag worden door een artikel 19-procedure met betrekking tot dit geheel. De heer MARÉE Ik zou graag aan het verhaal van de heer Sinke willen toevoegen dat wij ons blij verrast achten met de architectonische pretenties die dit project uitstraalt. Wij hopen dat die ook waargemaakt kunnen worden. Natuurlijk sluiten wij ons graag aan bij de behoefte aan een hele correcte inspraakmethode. Ik zou graag nog even aan het plan mee willen geven dat door ons niet is ontdekt dat er eventueel gedacht is over ondergronds parkeren. We kunnen ons voorstellen dat dat in de toekomst nog in de plannen wordt meegenomen. De heer VAN DE STEENOVEN Wij hebben in het algemeen geen bezwaar tegen voorbereidingsbesluiten, dus in dit geval ook niet. Maar we waren wel verbaasd over het preadviesomdat het in feite de ontwerp-bestemmings- planprocedure die in gang is gezet doorkruist. Wat er nu wordt voorgesteld is strijdig met datgene wat er reeds aan de bewoners was voorgelegd in de inspraakronde met betrekking tot dat ontwerp- bestemmingsplan. In de commissie hebben we daar uitvoerig over gepraat en de wethouder heeft gezegd, dat staat ook in het preadvies, dat er eigenlijk twee redenen zijn, twee initiatieven. In de eerste plaats: dat enorm grote kantoor dat men daar zou willen bouwen en in de tweede plaats: de sportvoorzieningen. Over dat laatste wil ik nadrukkelijk zeggen dat mijn fractie er geen enkel bezwaar tegen heeft wanneer er op de beoogde plek sportvoorzieningen zouden worden getroffen en dat mag wat ons betreft ook met een artikel 19-procedure, want ik denk, hoe eerder er op die plek meer bebouwing komt hoe beter dat is, met name gezien het aspect van sociale veiligheid rond de omgeving van het station Prinsenbeek. Dus dat juichen we toe. Anders denken wij over die kantoortoren. Hoe architectonisch fraai zo'n kleine maquette er dan ook uit moge zien, ik probeer me daar een voorstelling van te maken, zo'n gebouw van 70 meter helemaal eenzaam, terwijl de omliggende bebouwing eigenlijk op dit moment niet hoger komt dan een meter of 15 en de meeste zijn woningen met twee bouwlagen en een kap erop, toch denk ik dat zo'n toren alles overhoop gooit, het hele stedebouwkundig aanzicht. Ik denk dat het heel zorgvuldig moet gebeuren en in die zin sluit ik me geheel aan bij de woorden van de heer Sinke: zo'n toren mag absoluut niet via artikel 19 en ik denk dat we niet alleen moeten zeggen: we moeten de bestemmingsplan procedure volgen, neen, we moeten op dit punt gewoon de bestemmingsplanprocedure opnieuw starten voor die hoek. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik moest jammer genoeg op die commissievergadering eerder weg. Toch had ik daar heel wat op te zeggen. Ik heb vanavond kennis kunnen nemen van het verslag en wat zich op die avond zo'n beetje heeft afgespeeld. Ik ben blij dat het CDA en de PvdA eindelijkhun verkiezingsprogram ma eens een keer proberen waar te maken, dat zou de eerste keer zijn, toch aardig. Wat ik heel typerend vind is het antwoord van de voorzitter. In de eerste termijn antwoordden voorzitter en ambtenaren als volgt: het eerste initiatief ging uit van een hoogte van 40, 50 meter voor het totale gebied. De nu voorgestelde toren zal gebonden zijn aan randvoorwaarden met betrekking tot de zonering, niet te dicht bij de woonhuizen en parkeerruimte op eigen terrein. Uiteraard zal de discussie met de buurt spoedig opnieuw worden aangegaan. Volgens E.Z. is kantoorbouw hard nodig in Breda, een relatie wordt gelegd met overige kantoren in Breda, de Spoorzone wordt pas in 2000 ingevoerd en Hoogeind is bijna vol. Dat is dan heel aardig, maar ik ga nu verder met een ander boekwerkje dat de gemeente heeft uitgegeven, dat heet De Kantorenmarktstrategie, van juni 1993 en daarin wordt gezegd: "Weliswaar is een NS-station aanwezig maar het betreft hier geen intercity-station. Daarmee is de treinbereikbaarheid van deze locatie van een lagere orde dan die van de omgeving centraal station. Westerhage is een locatie met een sterke oriëntatie op de A16,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 513