29 SEPTEMBER 1994 517 zijndatde strakke regels vanhet bestemmingsplan "Buitengebied", anderzijds is dat, laat ik zeggen, de wat menselijke, maatschappelijke kant die aan het houden van een dierenparkje met alles wat erbij hoort vastzit. De CD A-fractie heeft veel begrip voor de heer Zandvliet die om zijn dieren te beschermen en dat was kennelijk helaas moet ik zeggen nodig, daarbij is gaan wonen. We vrezen alleen dat door toe te staan dat hij daar woont er voor het hele bestemmingsplan "Buitengebied" een precedentwerking ontstaat en dat vinden wij niet juist. Wel zullen wij dit voorstel steunen, maar ik wil wel herinneren aan hetgeen is toegezegd in de commissie, dat er in overleg met de heer Zandvliet of zijn gemachtigde en eventueel ook anderen die daarbij betrokken zijn, gekeken gaat worden naar een alternatieve locatie om, als het enigszins mogelijk is, het dierenparkje te behouden en ook de andere maatschappelijke situaties die daarbij horen. Ik denk dat het van algemeen belang is dat die toezegging ook inderdaad gestand wordt gedaan. De heer MARÉE Dat handhaven van het bestemmingsplan "Buitengebied" is voor D66 evenzo belangrijk. Ook om die reden wensen wij dit voorstel te ondersteunen. Het probleem dat de heer Sinke al aanstipt onderkennen wij ook en ik kan me voorstellen en dat is bij dezen een voorstel van D66, om te kijken of het mogelijk is om eventueel een tijdelijke ontheffing aan te gaan in deze situatie om te bezien of het onderzoek naar een andere locatie dan wel andere oplossingen in die tijd kan worden voltooid. Dat is een vraag aan de wethouder. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik vind dit nu weer een voorstel waarvan je zegt: het is een bijna sprekend voorbeeld van gemeentelijke traagheid. Op 2 juni 1994 wordt door de gemeente geconstateerd dat er een houten woning is geplaatst. Maar in 1988 was al reeds een houten woning aanwezig. De houten woning betrof toen en ook nu een soort caravan. Alleen het huidige model is wat groter. In 1992 is het bestemmingsplan herzien en in 1993 goedgekeurd door Gedeputeerde Staten. U had naar onze mening die constatering vóór 1992 moeten doen en maatregelen tot verwijdering moeten nemen. Dat is echter verzuimd en daarmee is gewoon de overgangsregeling van kracht. Want waarom alleen die houten wooncaravan en niet èile bouwseltjes die daar staan, verwijderen? Want wij zijn nu ook weer erg selectief bezig naar die woning, die op grond van het overgangsrecht mag worden vervangen en ook mag worden vergroot. De VVD-fractie is van mening dat dit dierenhoekje een goede functie vervult, geen of nauwelijks afbreuk doet aan die stadsrand en het is alom geaccep teerd. Het ligt dan ook volkomen in de rede om deze situatie te legaliseren of minstens te gedogen. En zolang dit dierenparkje ter plekke functioneert, zullen ook de nodige voorzieningen getroffen moeten worden om het te gedogen en zal men ook moeten bekijken of je het moet legaliseren. De VVD is dan ook tegen dit voorstel en is van mening dat dit voorstel moet kunnen en daarmee bedoel ik legaliseren via een bestemmingsplanwijziging. De heer CRUL We hebben er in de commissie al uitvoerig over gediscussieerd. Daar bleek wel dat iedereen de dierenhoek positief benadert, alleen het probleem is de bewoning door de familie die daar nu zit. Wij hebben ook in de commissie ingebracht dat we het een moeilijke zaak vinden, vooral omdat er over het buitengebied uitdrukkelijk beslissingen zijn genomen om daar toch ongewenste zaken tegen te gaan. Maar ja, de regels zijn er toch niet voor, hebben wij in de fractie besproken, om iets wat je toch een goede zaak vindt te blokkeren. En we hebben tegen elkaar gezegd: je moet in die zaak ook niet roomser willen zijn dan de paus. Dus is het in wezen toch aantrekkelijk om de zaak zoals die is daar te houden. We hebben eigenlijk een keuze tussen twee zaken. Het college volgen, dan gebeurt er nu niets begrijpen we, maar dan kan er een zeer langdurige procedure op gang komen en dat wensen wij ook niet. Wij vinden dat er een procedure gestart moet worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 517