29 SEPTEMBER 1994 519 er gewoon zomaar een memootje op je tafel wordt gelegd en waarom dat dat nu ineens verschijnt. Misschien dat de schuldige alsnog zijn hand kan opsteken en kan uitleggen waarom dat memootje daar is neergelegd en wat de bedoeling daarvan was en waarom dat memootje niet eerder aan de orde is geweest, dan was het een beetje logischer geweest. In het memootje staat in ieder geval een aantal dingen waarvan ik zeg: nou, daar klopt dus echt geen snars van, want de woning was al langere tijd bewoond. En in het memootje wordt gezegd dat er in het verleden nooit sprake is geweest van permanente bewoning op het perceel. Dan denk ik: degene die het memootje geschreven heeft is schijnbaar aan het slapen geweest. Het staat vol met het woord gedoogd en gedoogd is dus eigenlijk een stilzwijgende toestemming, want anders gedoog je het niet. Dan had je gewoon aangeschreven. We hebben er schijnbaar speciale regels voordat we zelfs naar de rechter gaan om daar bakzeil te halen, dus ik neem aan dat ze het in dit geval ook hadden kunnen doen als ze er vanafhadden gewild, maar dat is schijnbaar niet gebeurd. Het dient hier een goede zaak, dat heb ik ook in de commissie naar voren gebracht. Ik heb zelfs, en dat moet toch echt steun hebben gekregen van alle andere fracties, gepleit voor een artikel 19-procedure, met tranen in mijn ogen bij wijze van spreken, want het is toch eigenlijk heel vreemd dat ik voor een artikel 19-procedure ga pleiten. Ik heb ook gezegd waarom. Artikel 19 is voor zaken die ineens opkomen, die zeer dringend zijn en waarbij we niet kunnen gaan wachten tot het bestemmingsplan gewijzigd zou worden. Gewoon voor iets wat urgent is en wat zich van de ene op de andere dag heeft aangediend, dus niet voor van die langlopende zaken die wij in de stad kennen, 10 jaar lang, 20 jaar lang planontwikkelingen en dan ineens gauw doorduwen. Maar gewoon voor iets wat zomaar ineens komt en dan zeg je: we vinden het een goede zaak, wij gaan daarvoor een artikel 19- procedure starten, we nemen een voorbereidingsbesluit en vooruit ermee. En wat schetst dan mijn verbazing, dat er juist in dit geval waarvoor artikel 19 echt is gemaakt, wantje kunt voor zo'n kleine wijziging niet een heel bestemmingsplan gaan herzien, wordt gezegd: neen, dat kan toch echt niet want we hebben net twee jaar geleden een heel bestemmingsplan goedgekeurd en dat moeten we toch zo zien te houden. Dan vraag ik me toch af waar we mee bezig zijn als we wel met allerlei grootschalige projecten van de hak op de tak springen, voor die schouwburg nu ook weer, ad hoe kan er weer een brandmuur gebouwd worden. Alles kan, al zien ze het al jaren aankomen, dat kan allemaal ad hoe. Dit is iets wat wel belangrijk is en waarvan heel veel mensen plezier hebben, meer mensen dan er straks in de schouwburg zullen gaan zitten. Maar neen, daar werken we niet aan mee. Ik vind dat buitengewoon triest. Ik wil graag van de voorzitter weten waarom hij niet is ingegaan op mijn verzoek om een artikel 19-procedure. Ik bedoel, dit moet toch een kollje naar zijn hand zijn, hij gooit alleen maar met artikel 19-procedures. Nou vraag ik erom, en dan krijg ik hem niet. Ik snap er echt niets van. Maar dat kan de voorzitter mij wel uitleggen, want ik vind het heel interessant. De VOORZITTER U wil toch niet dat ik als voorzitter u dat ga uitleggen, maar dat Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER De wethouder. Ja, ik ben zo gewend dat hij de voorzitter is van mijn commissie. Sorry voorzitter. De VOORZITTER Ik ben blij dat u zo gezagsgetrouw bent en dat u de heer De Bruijn altijd ziet als uw voorzitter. Zolang u er nog maar niet van droomt, dan is er nog niets aan de hand. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik heb er nachtmerries van.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 519