29 SEPTEMBER 1994 522 die daar overdag is en dat hij dan daarvan gebruik kan maken. Maar dat is voor ons geen aanleiding geweest om te zeggen: daar wordt permanent gewoond. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik daar op antwoorden met uw eigen memo. "Op 2 juni 1994 heb ik een bezoek gebracht aan bovenvemoemd perceel. De aanleiding was het plaatsen van een wooncaravan en het vermoeden dat deze bewoond was". Als daar altijd een caravan had gestaan, dan kan hij vervangen worden, dat valt daar allemaal onder. Heeft u daar allemaal rekening mee gehouden? Wethouder DE BRUIJN Daar hebben wij nadrukkelijk rekening mee gehouden. Maar wij hebben ook geconstateerd, op het moment toen wij keken wat er aan de hand was, dat er voor de plek Groenstraat 150 vanaf 7 februari 1994 iemand staat ingeschreven als permanente bewoner. En toen hebben we het een en ander aan elkaar gekoppeld en hebben we gezegd: hé, dat mag niet. Misschien hadden we in 1989 moeten kijken naar hoe de bewoning daar toen was. Er was op dat moment ook Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Dat had u in 1992 moeten doen. Wethouder DE BRUIJN Dat had ook in 1992 gekund. Maar ik denk dat we op een gegeven moment moeten kijken: wat kunnen wij constateren op welk moment. En het is op dit moment geconstateerd, misschien hadden we het eerder moeten constateren, maar nu was in ieder geval ook feitelijk te constateren via bureau Burgerzaken dat daar iemand Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Wilt u ontkennen dat iemand in het overgangsrecht zit als u iets vergeet? Wethouder DE BRUIJN Ik bestrijd dus dat er iets vergeten is. Wij hebben tot dan toe niet geconstateerd dat er iemand permanent woonde. Als wij dat niet constateren, dan denk ik niet dat wij iets vergeten, wij constateren alleen. De heer VAN DE STEENOVEN Dan denk ik, dat die mensen dan zo eerlijk hadden moeten zijn, als dat zo was, als die bewoning Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Kom, kom, als je deze processen in de gemeente ziet en nog vele andere voorbeelden, hoe durft u dan te zeggen: eerlijk of niet eerlijk. Dit is volkomen eerlijk, men woont daar, men stelt De heer VAN DE STEENOVEN U laat me niet uitpraten. Dan hadden die mensen, als ze daar toen hadden gewoond en daar permanent hadden willen blijven wonen, bezwaar moeten maken tegen het bestemmingsplan dat wij in 1992 hebben vastgesteld. Ze hebben van die mogelijkheid, die iedereen had en waar ook veel mensen gebruik vanhebben gemaakt die in een dergelijke situatie zaten, geen gebruikgemaakt. Dan vind ik niet dat u nu moet zeggen: "Ja, de gemeente heeft het niet gezien, lekker, goed, wat hebben die mensen het slim aangepakt en wat heeft de gemeente toch slecht gekeken"Ik betwijfel dat overigens. En dan moeten wij het nu maar gaan legaliseren? Ik denk dat je dan toch echt op de verkeerde weg bent.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 522