23 FEBRUARI 1994 49 lingen hebben besproken, aan u voorleggen, zodat bij u de precieze afweging en de beoordeling van de in te vullen bezuinigingen mogelijk is. De heer GARRITSEN Is dat dan toch niet een merkwaardige wijze van bezuinigen, omdat we met name een aantal instellingen budgetfinanciering heeft waar we op basis van produkten die ze in feite leveren financieren en datje dan een vacaturestop in moet stellen. Dat betekent in feite personeelsformatie verminderen en dat hun recht dat ze in feite hebben gekregen bij de budgetfinanciering, niet meer overeind blijft. En dan denk ik: het op deze manier invullen is toch eigenlijk niet zoals het zou moeten. Wethouder VAN RAAK Ik moet u voor wat betreft de vacaturemaatregelen enigszins gelijk geven, maar ik wijs er ook op dat de vacaturemaatregel in feite van april tot december geldt en daarna moet die geconcretiseerd zijn in een x-aantal produktenvertalingen en dat betekent.... De heer GARRITSEN Maar dat is dan toch de lijn die u moet uitstippelen: als u zegt 3 ton bezuinigen, dan moet u ook aangeven welke taken dan eventueel weg zouden vallen. Wethouder VAN RAAK Ik denk dat daarvoor even overleg mag zijn met de instelling, dat is een normale procedure, dat is een vorm van inspraak die u in alle andere gevallen zou bepleiten, veronderstel ik. Dan uw opmerking nog met betrekking tot een vast honk in de wijk Princenhage, deze is erg concreet. Ik wil erop wijzen dat we voor het reguliere jongerenwerk daar ook de reguliere accommodaties beschikbaar zouden moeten krijgen. Dat lukt niet zo best, dat weet ik ook wel. Voor wat betreft, de zwerfgroepen in de SJ AHin de Heuvel hebben we het een en ander gereal iseerdOp dit moment is de dienst aan het werken aan een mogelijkheid in de Heuvelstraat, op dit moment wordt daaraan gewerkt. Het vaste honk in de wijk Princenhage zou ik voorlopig alsnog niet willen honoreren. Daarmee dacht ik dat ik de belangrijkste opmerkingen had gehad. Wethouder DE BRUIJN Ik zal de verschillende onderdelen die genoemd zijn van de portefeuille graag behandelen. Ik zou met sport willen beginnen, maar daarover is niets gezegd, dus dan ga ik door naar het volgende onderdeel, zijnde de communicatie, wat door iedereen is aangekaart. Ik moet zeggen dat ondanks het aannemen van de Nota Communicatie Eenheid in Verscheidenheid het hardnekkig misverstand van de driedeling zoals we die kennen: voorlichting, inspraak en dan nog informatie, nog steeds de ronde doet, dus misschien moeten we de nota nog een keertje ter discussie stellen in de commissie. Maar ik denk dat in de afgelopen jaren, en diverse mensen zijn daarop ingegaan, het een en ander fout is gegaan met de communicatie in zijn algemeenheid. Wij hebben dat ook erkend in diverse gevallen, we hebben ook aangegeven hoe we dat zouden willen veranderen en de raad heeft tenslotte de Nota Communicatie Eenheid in Verscheidenheid als uitgangspunt genomen om het communicatiebeleid op een nieuwe leest te schoeien. Iedereen ziet daar de vruchten van, de afgelopen tijd, de vele avonden die worden gehouden. In de richting van de heer Maas wilde ik toch graag het volgende zeggen. Misschien is hij wat teleurgesteld dat ik de communicatie op deze wijze laat gebeuren maar dat was misschien vóór zijn tijd, maar de heer Maas, toch redelijk op de hoogte met allerlei procedures, althans zijn fractie, zal zeker niet onbekend zijn met het fenomeen dat, vanaf het begin van het voorlichtings- en inspraakbeleid van deze gemeente, met name de inspraak gedecentraliseerd was naar de diensten en daar lag dus ook de verantwoordelijkheid en bij deszelfs portefeuillehouders. De voorlichting was een andere zaak, die was centraal geregeld,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 49