27 JANUARI 1994
4
Akkoord, met de benoeming van mevrouw B. IJpelaar-Filtenborg als lid van de Emancipatie-
Adviesraad.
3OPDRACHTVERLENING AAN B .B. A. -VERVOERMANAGEMENT TOT CONTINUERING
VAN HET DEELTAXISYSTEEM BREDA ZORG TE DRAGEN IN 1994.
4VERHOGING INVESTERINGSKREDIET TEN BEHOEVE VAN HET GSD-INFORMA
TIESYSTEEM MET 403.632,- TOT 4.396.132,-.
Akkoord.
5. VERHOGING VAN HET KRACHTENS RAADSBESLUIT VAN 19 DECEMBER 1991
VOOR HET PROJECT UITSTROOM GERICHT WERKEN EN HET EXPERIMENTEEL
SAMENWERKINGSPROJECT G.S.D.-ARBEIDSBUREAU BESCHIKBARE BEDRAG MET
158.750,- TOT 383.750,-.
De heer SCHRöDER
Ik heb me in de commissie ten aanzien van dit punt nog niet uitgelaten. Ik heb gezegd dat ik
het mee wilde nemen naar de fractie. Laat ik in ieder geval vaststellen, dat meestal het gelijk
achteraf aan de overwinnaar is. En als we dan in dit geval het voorstel kritisch bekijken, dan
moeten we zeggen dat er eigenlijk geen overwinnaar is; doodgewoon, we kunnen achteraf
vaststellen dat het project als zodanig een flop is geweest. De voorgenomen output is er in ieder
geval niet uitgekomen. Wij denken, gelet op het budget en het aanvullend budget dat hieraan
zou zijn besteed, dat een commercieel ingesteld outplacementbureau beter zaken had kunnen doen
dan dit incidentele samenwerkingsverband tussen de Sociale Dienst en het Arbeidsbureau. Er
ligt natuurlijk ook de politieke verantwoordelijkheid van de raad, laten we daar duidelijk over
zijn. Het was een experimenteel project en de raad heeft daar gelden voor gevoteerd en zodra
dat experiment dreigt te floppen, dan is dat primair de verantwoordelijkheid van de raad. Toch
is het zaak om ten aanzien van dit voorstel wat kritischer te kijken, omdat hier wordt gevraagd
om een verhoging en wel een verhoging achteraf. En als we dan de onderliggende stukken eens
goed bekijken, dan is er sprake van een evaluatierapport waarin melding wordt gemaakt van een
tussentijdse evaluatie. Als ik die tussentijdse evaluatie goed bekijk, dan zitten daar eigenlijk geen
criteria in aan de hand waarvan geëvalueerd is. Ik zou eigenlijk bijna, erin lezend, kunnen zeggen:
de centen waren op en dus was het noodzaak om te evalueren en tussentijds een nieuw besluit
te nemen. Mijn vragen in eerste termijn zijn: was de functionele wethouder op de hoogte van
het feit dat er geëvalueerd werd? Is hij in kennis gesteld van de resultaten van die evaluatie? Is
in de evaluatie opgenomen dat de budgetten al uitgegeven waren en dat er dus gevraagd zou
worden naar een nieuw budget? Zo ja, is hij ook in die besluitvorming als zodanig betrokken?
De heer DE LEEUW
Het gaat bij ons om het laatste en niet om het eerste deel. Met de geconstateerde overschrijding
en de goedkeuring die nu in feite achteraf wordt gevraagd, hebben wij wat moeite. Wij willen
daarover ook in eerste instantie wat duidelijkheid.
Wethouder VAN RAAK
De heer Schroder zegt: het project is als zodanig een flop. Ik heb de neiging om dat uitgebreid
te gaan nuanceren. Dat wil ik niet doen omdat we daarover in de commissie al met elkaar van
gedachten hebben gewisseld. Ik heb toen in de richting van mevrouw Heerkens gezegd: er waren
twee doelstellingen, het interne project en het externe project. Het interne project had ten doel
om de mensen van de Sociale Dienst en de mensen van het Arbeidsbureau met elkaar afspraken