29 SEPTEMBER 1994 524 De heer CRUL Mag ik aan de wethouder vragen of hij wil ingaan op de juridische aspecten van wat mevrouw Van Beusekom zegt. Is het inderdaad zo dat er eerst geconstateerd moet worden dat er iets verkeerd is en dat dan pas het overgangsrecht geldt, of is dat niet nodig? Wethouder DE BRUIJN Juridisch is het overgangsrecht aldus geregeld: op het moment dat er een bestemming ergens is en er komt een andere bestemming overheen, of er is een functie ergens en er komt een bestemmingsplan overheen, dat het gebruik dat er op dat moment was automatisch overgaat in het geheel. Op het moment van het bestemmingsplan hebben wij niet geconstateerd dat daar permanente bewoning was, dus is er wat ons betreft geen sprake van een overgangsrecht. De VOORZITTER Voor de tweede termijn verzoek ik u ook een oordeel te geven over het amendement zoals dat is ingediend door de fractie van Groen Links. De heer SINKE Na al dat heen en weer gepraat, het volgende. De CDA-fractie heeft aan het amendement geen behoefte, gezien de toezegging van de wethouder om te gaan werken met een tijdelijke ontheffing. Wij hebben in de eerste termijn onze zorgen uitgesproken over het feit dat dat dierenparkje daar zomaar plotsklaps zou moeten gaan verdwijnen en daarom hebben we gevraagd om nog eens te kijken naar een alternatieve locatie. Als dat op dit moment erg moeilijk is en wellicht in de toekomst wel tot de mogelijkheden gaat behoren, dan denk ik dat de methode van een tijdelijke ontheffing wat ons betreft uitstekend is. De heer MARÉE Voor ons geldt ook dat we aan het amendement geen behoefte hebben. Ik ga er vanuit dat het antwoord van de wethouder inderdaad een toezegging is. Daarmee is voor ons de geruststelling voldoende dat er zorgvuldig met dit probleem wordt gehandeld. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ik kan me toch voorstellen dat de burgers in Breda steeds meer achter hun oren gaan krabben. Want de normaalste zaken die een besluitvorming vereisen, die krijgen het niet meer. Je besluit iets en vervolgens heb je al het vertrouwen in de wethouder en laat je het voorlopig maar zo. En dan zegt mijnheer Sinke heel scherp: na al dat heen en weer gepraat. Nou, ik vind het echt een discussie. De heer SINKE Mevrouw Van Beusekom, als u in de commissie had geluisterd dan had u gehoord van de inspreker, mijnheer Zandvliet zelf, dat hij op dat moment niet op die plaats waarover we nu praten woonde en dan was deze hele discussie niet nodig geweest. Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Neen, dat denkt u, maar ik heb meer gegevens en misschien toch meer contact met de mensen dan u mijnheer Sinke. Ik heb dus veel meer gegevens, maar die komen later. De heer SINKE We hebben hier een inspreker gehad, mijnheer Zandvliet zelf, en daar is het nodige aan gevraagd en als u dat wilt ontkennen, nou prima, maar ik heb mijn informatie van hem.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 524