23 FEBRUARI 1994
50
vandaar ook dat bij de diverse opmerkingen de diverse portefeuillehouders zelf het een en ander
op zullen nemen.
De heer GARRITSEN
Kunt u niet namens het college antwoorden of is dat wat moeilijk?
Wethouder DE BRUIJN
Dan denk ik, mijnheer Garritsen, dat ik moet verwijzen naar de verantwoordelijkheden zoals die
in het college zijn weggelegd ongeveer eind jaren '60, beginjaren '70 en daaraan willen wij ons
toch wel vasthouden, zolang u dat nog niet anders heeft beslist. Tot zover betreffende de inspraak.
Wat betreft volkshuisvesting moet ik Groen Links toch een compliment geven, de communicatie
binnen die club is blijkbaar uitstekend, want de zaken die de heer Maas aangeeft zijn uitgebreid
besprokenbinnen decommissie Volkshuisvesting. Anderen gaan ook gedeeltelijkopditonderwerp
in, namelijk de problematiek van de bestaande voorraad, de achterkant van Breda, en hoe gaan
we om met de sociale woningbouw? Daarover is uitgebreid gediscussieerd en ook is geconstateerd
dat met name daar waar we problemen gaan zien, overigens verwijs ik de heer Maas naar bladzijde
10 van de kadernota, tweede alinea, waar datgene wat hij mist staat, op een gegeven moment
uitgebreid zal worden gesproken, niet alleen door de portefeuillehouder en de woningbouwvereni
gingen, mevrouw Heerkens, maar uiteraard met alle participanten en dat zijn ook de particuliere
eigenaren, dat zijn ook de particuliere verhuurders, maar dat zijn ook de andere partijen die in
de buurten en wijken worden geconfronteerd met de ontwikkelingen in de woningbouwZij zullen
nadrukkelijk worden betrokken bij het uitzetten van het traject om de achterkant van Breda, wat
meer behelst dan de complexen van een woningbouwvereniging, nadrukkelijk in beeld te brengen
en dat zal nog dit jaar zeker gebeuren. De notitie is in hoofdlijnen klaar en die kan dan op een
gegeven moment ter discussie worden gebracht ook in de commissie om te bekijken hoe wij die
zaak aan kunnen pakken en hoe wij een meerjarenplanning daarop los kunnen laten, want het zal
heel nadrukkelijk en heel goed begeleid moeten gebeuren, ook in de richting van de bewoners.
Ik denk wat dat betreft dat de aanpak van de probleemgebieden goed in beeld is en dat daar zeker
aandacht voor is. Dat betekent dat op basis daarvan de investeringen die in de stad zullen moeten
worden gedaan nadrukkelijk zullen worden betrokken bij dat geheelWat betreft de kwaliteit van
de woningbouw, mevrouw Heerkens noemde het de architectuur, althans die haalde zij daarbij
aan, ben ik het met haar eens dat ook in deze categorie woningen, de goedkopere huurwoningen,
want of we over een jaar nog praten over sociale huur moeten we nog maar afwachten, goede en
hoogwaardige architectuur wel degelijk tot de mogelijkheden behoort. Maar daarover verschilt
men weieens van mening, maar mogelijk dat wij op 11 en 12 maart dat samen kunnen bekijken.
De heer Sandberg zegt met name: elke woning is er een. Ik denk dat wij het als college daarmee
volledig eens zijn en we zullen uiteraard met inbegrip en met besef voor de goede procedures die
mogelijk zijn woningen realiseren op de locaties die daarvoor geschiktzijn. Dat betekent natuurlijk
wel dat wij gegeven de doelgroep waarvoor je de woningen bouwt, dusdanige locaties moeten
kunnen hebben die die woningen ook betaalbaar maken en dat is vaak natuurlijk een probleem,
kleine bouwstromen kosten nu eenmaal meer dan wat grotere bouwstromen en afhankelijk van
de doelgroepen is dan iets wel of niet haalbaar. Wat betreft de specifieke vraag over de Catharina-
straat: de woningbouwvereniging heeft daar geen problemen mee voor de rest, de zaak ligt nu
voor de overdracht bij de notaris en de woningbouwvereniging hoopt 30 tot 32 appartementen
te realiseren en medio 1995 op te leveren. Overigens is een restauratie-architect, de heer Weyts
uit Bergen op Zoom, daarbij betrokken om met name de restaurabele aspecten daarbij in het oog
te houden en goed te conserveren. Over het monumenten