29 SEPTEMBER 1994
539
lezen. De Rijksdienst legt ook de relatie met het landhuis, de heer Sinke ging daarop in. Ik denk
dat het ook essentieel is dat die relatie er ligt. Het kan niet zo zijn dat er een bouwplan wordt
ontwikkeld en dat er vervolgens niets met het landhuis wordt gedaan of dat er niets met het park
wordt gedaan. Het is een totaalpakket dat hier ligt. Ik denk dat het heel essentieel is om dat heel
nadrukkelijk in beeld te houden. De heer Sinke vraagt naar de reactie op het rooien van bomen.
Dat was naar aanleiding van een reactie op het bestemmingsplan. Naar aanleiding van de brief
van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg hebben wij, dat is ook in de commissie aangegeven,
de ontsluitingsweg verlegd, waardoor meer bomen gespaard kunnen blijven en dat zal nog verder
met de Rijksdienst in het kader van het bestemmingsplan worden doorgenomen. Maar zij constateert
in ieder geval dat onder meer de cultuur-historische waarde verbeterd is. En zij heeft met name
ook naar die ontsluitingsweg gekeken.
De heer SINKE
Op die reactie van de gemeente zat de Rijksdienst dus nog te wachten?
Wethouder DE BRUIJN
Ja, want het gaat met name over het rooien van bomen ten behoeve van de ontsluitingsweg. Daarbij
is ook rekening gehouden met een verkeersveilige situatie, het komt wat verder van de kruising
met de Bavelselaan en de Ulvenhoutselaan te liggen en daarmee kunnen wij tegelijk èn de
verkeersveiligheid van de ontsluiting oplossen, maar bovendien een grote hoeveelheid bomen
bewaren. Overigens zal dat bij de definitieve goedkeuring nog nadrukkelijk verder aan de orde
komen als wij het over een bouwvergunning hebben. Een zorgvuldige uitvoering, mijnheer Marée,
is denk ik van groot belang. In het ontwerp-bestemmingsplan, dat in ieder geval hieraan ten
grondslag zal liggen is een nadrukkelijke aanlegvergunning opgenomen. Dat betekent dat elke
spa en elke activiteit die daar plaatsvindt nadrukkelijk, in dit geval met name door de milieudeskun
dige van de gemeente Breda, wordt begeleid, zodanig, dat er niets gebeurt dat niet met elkaar in
overeenstemming is. Die aanlegvergunning is een essentiële voorwaarde bij het geheel. Het
bestemmingsplan spoedig afwerken, daar zijn wij hard mee bezig. De concept-ontwikkelingsschets
is gereed. Omdat het grotere bestemmingsplannen zijn, is het natuurlijk een fors karwei om alles
in beeld te brengen wat er aan de hand is en op welke wijze je met de ontwikkelingen omgaat.
Maar de voortgang zit er goed in. Ik hoop dat wij op niet al te lange termijn het eerste concept
of het definitieve verhaal van de ontwikkelingsschets krijgen, dat vervolgens omgewerkt zal worden
naar het ontwerp-bestemmingsplan. Dat is dus gelijk de basis voor het ontwerp-bestemmingsplan.
Over waardering voor de kwaliteit, zo zegt mevrouw Van Beusekom, heeft de Rijksdienst voor
de Monumentenzorg niets gezegd. Dat klopt. De Rijksdienst constateert alleen maar dat het nieuwe
plan meer rekening houdt met die waarden die zij in de laatste alinea aangeeft. Wij moeten wel
constateren dat wij bij het gesprek met de Rijksdienst met name naar de monumentale waarde
hebben gekeken, op welke wijze zij aankijkt tegen dergelijke activiteiten in het kader van zijnde
het park als monument en de villa als monument en dus niet expliciet hebben gevraagd naar een
kwalitatieve waardering van het bouwplan op zich. Niet te trots mee wapperen. Dat het aan de
ene kant een aantasting is van het totale groen in het gebied Ginneken is uiteraard niette ontkennen,
maar aan de andere kant kunnen wij hiermee in ieder geval wel een ontwikkeling, ook in Ginneken,
bereiken waardoor een openbaar gebied ontstaat, dat in ieder geval en dat zeg ik ook in de richting
van de heer Heeren, weer goed te gebruiken is door de bewoners van Ginneken en op een gegeven
moment ook het aanzien waard is. Want ik denk dat het ook essentieel is om daar in Ginneken
zo'n groenplek te hebben die kwalitatief hoogwaardig aanwezig is. Wat betreft de communicatie
het volgende. Er is een formele inspraakavond geweest, dat hoort altijd bij een artikel 19-procedu-
re. Toen is ook aangegeven dat op een bepaald moment de bouwaanvrage ter inzage zal worden
gelegd. En mevrouw Crofit, ook nadrukkelijk is in de richting van alle mensen die op die avond
aanwezig waren persoonlijk een brief gestuurd over wanneer dat er aan staat te komen, zodat zij