23 FEBRUARI 1994
51
De heer GARRITSEN
De datum kunt u nog noemen, ik heb ook weieens een keer gehoord hier, na een interpellatie:
vóór de bouwvakvakantie, maar dat was dan een ander jaar waarin het zou worden gerealiseerd.
Is nu de bouwvakvakantie een jaar later? Hoe moet ik het zien?
Wethouder DE BRUIJN
De bouwvakvakantie, mijnheer Garritsen, is hopelijk elk jaar, maar de woningbouwvereniging
heeft mij in ieder geval verzekerd dat zij hoopt, want zij is uiteindelijk degene die dat daar gaat
realiseren, medio volgend jaar die zaak gereed te hebben, ijs en weder dienende. Wat betreft het
monumentenbeleid: Groen Links is daarop nog even ingegaan en heeft geconstateerd dat er vier
jaar gefaald is. Ik ben in ieder geval wel blij met de constatering dat het beleid zoals dat de laatste
anderhalve jaar is opgezet in ieder geval ook in een grote mate de goedkeuring van Groen Links
kan wegdragen, dus dat geeft goede moed voor de toekomst. Maar om tijdig naar de invullingen
te kijken: daarmee zijn wij het uiteraard eens, dat hebben wij al vaker met elkaar besproken, op
dit moment wordt reeds gezocht naar de invullingen van Concordia en het Breda's Museum, maar
het is meer dan alleen monumentenbeleid, er zit ook een aspect van ruimtelijke ordening aan, met
name bij het eerste terrein, dat weet de heer Maas ook. Ik denk dat ik het allemaal heb gehad.
Wethouder KOEKKOEK
De heer Dubbelman is namens de CD A-fractie nog even ingegaan op de problematiek van de
actualisering van de bestemmingsplannen. Dat is een geweldig ingewikkelde en intensieve klus,
het gaat om 211 bestemmingsplannen die wij hebben in Breda en die willen wij terugbrengen naar
20 21. In deze raadsperiode heeft uw raad inmiddels een drietal grote plannen vastgesteld en
één wat kleinere. Ik herhaal even: Zuid-Oost, buitengebied, Heilaar-Steenakker en bestemmingsplan
Zuilen en als alles meezit dan zal de raad van 29 maart ook het bestemmingsplan Tuinzigt
vaststellen. We zijn ver in de procedure, echt heel ver, met Hoge Vucht, Haagse Beemden en
Westerpark. We zijn nu al naar buiten met Laurenspark, Valkrust en binnenkort ook met
Brabantpark. Daarmee zijn we er nog niet, dat weet ik, ik ga er ook vanuit dat we zeker nog een
groot gedeelte van de volgende collegeperiode, wellicht de hele collegeperiode, nodig zullen hebben
om die geweldige inhaalslag gerealiseerd te hebben. Uw suggestie om daarbij inzet van externen
te betrekken is een zaak die regelmatig aan de orde is binnen de afdeling Ruimtelijke Ordening
waar inderdaad, zoals u het zelf ook al zei, elke keer wordt gekeken of het verstandig is om nieuwe
mensen aan te trekken, danwel het geld te besteden om tijdelijk bepaalde deskundigheden in te
huren en daarna weer af te stoten en dan weer hele andere deskundigheden in te huren, maar in
het kader van de planning om deze zaken te halen en in 1994 ook de start te maken met de Belcrum
en Princenhage in het kader van de ontwikkelingsschets, zullen wij ook inderdaad externen moeten
inhuren om het mogelijk te maken. Nog meer méér externen inhuren zou ik niet graag aanraden
want dat betekent dat intern het apparaat, de mensen die de externen moeten begeleiden en ook
controleren, dermate klein is en onder druk komt te staan dat dat wellicht tot problemen aanleiding
kan geven. De heer Sandberg heeft namens de VVD-fractie een aantal opmerkingen gemaakt over
de binnenstad. In ieder geval mijn dank voor het compliment. Ik zal het ook zeer zeker overbrengen
aan de betrokken ambtenaren die daaraan zeer intensief hebben gewerkt. Het bestemmingsplan
voor de binnenstadu heeft gel ij kis een belangr ij ke randvoorwaarde om te komen tot de realisering
van de baatbelasting, is nauwkeurig in planning gezet en moet eind 1995 door uw raad worden
vastgesteld, opdat per 1 januari 1996 de baatbelasting effectief kan worden. Doorgaande over het
geld maakt u nog een opmerking over de thematiek van, als voorbeeld, de open haven. U doelt
waarschijnlijk op de studie van de oost- en westflank, waarin een aantal suggesties staat. Ik ben
het met u eens, zoals het er staat, en je zou de context, wat ervoor is gebeurd en wat er daarna
nog moet gebeuren uit het oog verliezen, zou het inderdaad de suggestie kunnen wekken: wij gaan
dit allemaal doen. Het is echter de bedoeling om te komen tot een strategische ontwikkelingsnota