29 SEPTEMBER 1994 543 De heer SCHELTENS Ik zal het heel kort houden. Ik vind het zo frappant, want er wordt op hoge toon gepraat over deze plannen, eigenlijk al heel lang, al verschillende jaren. Eigenlijk hebben wij niet te maken met enorme zware tegenstand. Eigenlijk is er niemand tegen bebouwing. Eigenlijk is iedereen voor een bouwplan en voor het behoud van het park en voor het behoud van de villa. De bezwaren, de bedenkingen heet dat tegenwoordig, van de omwonenden zijn weliswaar in grote getale inge diend, er is veel over gepraat, er is veel op gereageerd, maar er wordt verder niets mee gedaan. Zou het nou niet gewoon simpeler zijn om als handreiking naar al die mensen die aan het twijfelen zijn in de raad en naar de omwonenden te zeggen: laat dit bouwplan doorgaan. Er is een laagje bijgekomen op aanraden van de commissie WAM om de bovenkant wat luchtiger te maken. Laten wij als compromis er gewoon een woonlaag onderuit halen en die luchtige bovenkant handhaven. Er zijn dan minder appartementen, minder parkeerplaatsen en er hoeven dus ook minder bomen te worden gerooid. En dan ben je er gewoon uit en kunnen wij dit geheel afronden en is volgens mij ook iedereen redelijk tevreden. Wij zijnzo lang aan het praten over maten, hoogtes, richtingen, dat ik er eigenlijk een beetje flauw van word. Volgens mij moet er een compromis mogelijk zijn. De heer BOER Ik heb maar één vraag aan de wethouder. Ik heb de zaak eigenlijk van vrij dichtbij gevolgd, omdat een kennis van mij heel lang bezig is geweest om het huis te kopen en daarin is hij enorm tegengewerkt door de gemeente. De wethouder hield net een heel verhaal over het gebouw. Het was nog niet gekraakt. Het was nog niet in brand gevlogen. Het zag er nog prachtig uit. Het was voor relatief weinig kosten te herstellen. Maar er is een constante tegenwerking geweest, totdat de man in kwestie het gewoon heeft opgegeven. Daarna is deze ontwikkeling pas in gang gezet en ik wil vragen: is dat bij de wethouder bekend? Was hij toen al wethouder? Als de zaak op die manier toen was afgerond, zou de gemeente daartegen zou zijn geweest? Of is echt heel bewust gekozen om. De heer AD ANK Voorzitter, dat is toch geen vraagje meer van de heer Boer. Dat is een kruisverhoor. De heer BOER Ja, dat is een kwestie van interpretatie. Ik vraag toch heel vriendelijk, want ik vind het niet onbelangrijk om te weten, hoe de gemeente daarop gereageerd zou hebben. De heer HEEREN Wethouder De Bruijn, op mijn vraag hoe groot de maatschappelijke weerstand en de verontwaardi ging bij de burgers moet zijn, wil het college van bestemmingsplan veranderen, zegt u: er waren ook wel wat positieve reacties. Toch is het algemeen gevoelen bij de burgers en de omwonenden zo dat de bouwactiviteiten niet door moeten gaan. Het betekent toch een stukje vernietiging van de natuur, dat je nooit meer terugkrijgt. Wethouder DE BRUUN Ik probeer de twee vragen over Welstand, Architectuur en Monumenten van mevrouw Van Beusekom en de heer Scheltens samen te vatten. Allereerst: waarom op deze manier en hoe ga je om met architectuur? De zinsnede die mevrouw Van Beusekom aanhaalt, dat de commissie zich bezig moet houden met mooi en lelijk, was geplaatst in het kader van een discussie van de commissie Welstand, Architectuur en Monumenten over de stedebouwkundige uitgangspunten die al op een eerder moment waren vastgesteld door de raad en waarbij die opnieuw door de commissie WAM ter discussie werden gesteld, terwijl op dat moment alleen de feitelijke beoordeling van de commissie WAM aan de orde was. Zij is bezig verdere invulling te geven aan het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 543