29 SEPTEMBER 1994 550 Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Dit voorstel is een onderdeel van het beleid van de gemeente Breda om het gebruik van de fiets te bevorderen en daarmee is de VVD het erg eens. Wij vinden dat het gebruik van de fiets bevorderd moet worden om te proberen het gebruik van de auto in ieder geval wat terug te dringen. Maar daar heb je naar onze mening wel een meersporenbeleid voor nodig en wel op zo'n manier datje keuzes kunt bieden aan de gebruiker welke vervoerwijze hij wil. Een van de keuzes die de gemeente kan gaan bieden aan de burger is de aanleg en het veiliger maken van fietspaden en daarom heb ik wat dit betreft namens de VVD-fractie enkele kanttekeningen bij dit voorstel. De eerste kanttekening is, dat uit het voorstel blijkt dat het college zegt een veilig fietspad te willen. En ik geloof ook wel dat de mening oprecht is, maar ik twijfel er een beetje aan, omdat het college tegelijkertijd met de fietser ook de bromfietser op dit pad wil toelaten. Er is een landelijk onderzoek geweest en dat onderzoek ging in de richting van: de bromfietser op de rijweg. Dat onderzoek heeft zich afgespeeld in Tiel, Apeldoorn en Den Haag. Ik heb dit in de commissie ook gezegd, maar ik herhaal het, omdat de wethouder toen heeft gezegd: ja, dat is te gevaarlijk voor de bromfietser. En verder ging hij niet inhoudelijk in op wat ik daarbij vroeg. Ik wil hier in de raad benadrukken dat de snelheid van de bromfietser vaak die van de auto in de bebouwde kom overtreft en dat het daarom helemaal niet zo gek is om eens te kijken naar de resultaten van dit onderzoek. En het enige wat ik eigenlijk vroeg was: kijk daar eens inhoudelijk naar. Naar mijn mening heeft het college dat niet inhoudelijk bekeken, althans niet vóór de commissievergadering en daarom wil ik de wethouder nu graag een herkansing geven en te kijken of die De heer PEETERS Bij interruptie, voorzitter. Het is mevrouw Van Bergen toch bekend dat de subsidie door Rijk en Provincie afhankelijk wordt gesteld van de veiligheid van de fietspaden? En dat men daar echt niet zo ruimhartig mee omsprong, dat is in het verleden naar aanleiding van een bepaald voorstel, zoals u weet, gebleken. Dat zegt u kennelijk niet genoeg? U wilt nog roomser zijn dan Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Ik kom daar direct nog op terug, mijnheer Peeters. Ik ben nog niet klaar. Nog roomser! Ik weet niet wie er hier roomser is, mijnheer Peeters of ik. Ik vond in ieder geval dat de wethouder niet inhoudelijk op mijn vraag is ingegaan, vandaar dus mijn verzoek om een herkansing. Weet u, de bromfietser vind ik een categorie weggebruiker die zichzelf in gevaar brengt, ik wil niet alle bromfietsers over een kam scheren, door vaak te hard te rijden. Ik wil daarmee aangeven dat hij een eigen keuze maakt voor dit gevaarEn dit voorstel beoogt om de bromfietser de fietser in gevaar te brengen. En daarmee wijs ik dan ook op een brief van de Ouderenraad die wij op 27 juni 1992 kregen en op een reactie van de E.N.F.B. Ik zou graag de mening van het college over die twee brieven hebben. Verder wil ik er nog op wijzen dat in Nieuw-Ginneken de brommer ook naast het fietspad en dus op de autoweg tussen de auto's rijdt. Heeft uw college naar de resultaten gevraagd van die beleving van de bromfietser op de autoweg en naar die van het onderzoek in Tiel, Apeldoorn en Den Haag? De tweede kanttekening die ik bij het voorstel heb is de breedte van het fietspad. Het college stelt voor het fietspad de breedte te geven van 3 meter. Dat lijkt heel wat, maar de landelijke norm is vanaf 3.50 meter, dat heeft de wethouder ook in de commissie gezegdMaar die breedte kan niet, want dan moeten de bomen weg. En dan vraag ik op mijn beurt: wat wil het college nou eigenlijk? Wil het college de bomen houden, of wil het college een veilig fietspad? Een duidelijke keuze wordt dienaangaande in dit voorstel niet gemaakt. Waarom heeft het college dat in dit raadsvoorstel niet duidelijker gemaakt? Het zal ook het college duidelijk zijn, dat niet iedere fietser achter elkaar fietst; vooral scholieren, die ook van dit fietspad gebruik maken, fietsen veelvuldig met drieën naast elkaar. Van de andere kant komen er nog eens drie naast elkaar aanfietsen en daar tussendoor rijdt de brommer. Ik voorzie dus best een gevaarlijke situatie. Het legaliseren is punt drie, waarbij ik een kleine kanttekening heb. U wilt met dit voorstel, het staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 550