29 SEPTEMBER 1994 554 Wethouder VAN DONGEN Dit voorstel is gericht op de aanleg van een fietspad dat probeert te voldoen aan de maximale veiligheidsvoorzieningen, rekening houdend met de omstandigheden. De discussie of bromfietsers in twee richtingen op dit fietspad moeten of mogen, hoort thuis in een beleidsmatige discussie in een andere commissie en niet... Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Dat vind ik nou zo'n formele opstelling, daar kan ik nou echt boos over worden. In de commissie deed de wethouder het ook al. Hij verwijst je gewoon van het kastje naar de muur. Wethouder VAN DONGEN Het gaat hier om de uitvoering van een deel van een plan; de uitvoering van een voornemen tot de aanleg. U kunt hier niet gaan discussiëren of je op basis van dit voorstel bromfietsers op fietspaden of op de autoweg moet toelaten in Breda. U kunt op basis van dit voorstel hier niet discussiëren of de fietsers in twee richtingen met drieën naast elkaar kunnen rijden en als ze dat doen of politie-inzet daarvoor noodzakelijk wordt. Dat hoort thuis in een andere commissie. Dit voorstel heeft als basis de prioriteitstelling, de keuzes die we in 1992 met elkaar hebben gemaakt. De aanleg van een tweerichtingenfietspadlangs de noordelijke rondweg was een van de prioriteiten. En we gaan nu over tot een stuk uitvoering. En ik ga hier echt geen discussie aan of bromfietsers hier op moeten. Een discussie over het combineren van diverse soorten verkeer, op welke wegen, waar wel, waar niet, in welke intensiteit en in welke richtingen, hoort thuis in de beleidsmatige commissie en daar ga ik hier echt niet op basis van deze uitwerking op in. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Welke commissie is dat dan? Wethouder VAN DONGEN Dat is de commissie Stadsontwikkeling, waar ook verkeer en vervoer aan de orde komt, mevrouw Croft. Ik neem aan dat u dat voldoende weet. Mevrouw VAN BERGEN-NHEHOLT Als ik nog even een interruptie mag plaatsen, want ik heb direct geen termijn meer, we hebben dit beleidsmatig in de commissie RO/VV, voorafgaand aan de raad van 15 juli 1992, aan de orde gesteld. En ik hoor nu de partijen niet die toen wel unaniem voor waren. Ik heb de notulen bij me, ik kan het gewoon aanwijzen. Ze hadden toen wel wat andere prioriteiten, andere dingen die moesten gebeuren, dan zonodig dit tweezijdig fietspad. De heer PEETERS Ik vind dat mevrouw Van Bergen nu toch wel een voorstelling van zaken geeft zoals die in ieder geval in mijn perceptie niet is overgekomen in die commissie. U doet het op de eerste plaats voorkomen alsof het alleen maar om die subsidie gaat. Daar komt bovendien bij, als het dan alleen om die subsidie gaat, dat ook het Rijk en de Provincie beoordelen of een fietspad veilig is en ook nuttig is. Maar zoals ik u nu hoor, is het alleen een nutteloos besluit. Dat bestrijd ik in eerste instantie. In tweede instantie hebben we het opgenomen in het grote projectenplan en gaat het hier om een fietspad dat de verbinding vormt tussen wijk en stad. Nou, wat wilt u nog meer? Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Wat ik meer wil, meneer Peeters, dat is, en dat heeft uw partij bij monde van de heer Van de Steenoven op bladzijde 258 van diezelfde notulen gezegd: "Maar zolang dat nog niet zo is, dan zeg ik: begin eerst met de beperkte middelen die het hoogste rendement hebben"En ik heb ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 554