29 SEPTEMBER 1994 557 hier toch om bedragen die niet alleen bij iemand die niet al te zeer thuis is in deze werkzaamheden, maar toch ook bij anderen heel veel vragen oproepen. Ik wil er enkele noemen. Op de ommezijde van de notitie zie ik staan: planontwikkeling, voorbereiding en toezicht. En dan lees ik: gezien de bijzondere situatie kan hier niet volstaan worden met het geijkte percentage van 19 En dan wordt daar/ 100.000,—, zijnde 25%, van gemaakt. Dat roept bij mij toch enkele vragen op. Waar wordt op gedoeld als men praat over de bijzondere situatie? Ik meen het wel te kunnen inschatten. Maar wat zou diebijzondere situatie te maken kunnenhebbenmetplanontwikkeling, voorbereiding en toezicht? Dat is me niet helemaal duidelijk, nog los van het feit, maar dat kan mijn gebrek aan informatie zijn, dat 19% een geijkt percentage zou zijn. Maar goed, het wordt nu verhoogd, vanwege die bijzondere situatie, tot ongeveer 25 Maar nog gekker wordt het bij de aanleg fietspad en waterloop. Ook daar staan die planontwikkeling, voorbereiding en toezicht genoemd, zijnde 40.000,-. Dat is, ik heb het even snel berekend, 42%, zonder dat daar gesproken wordt van een bijzondere situatie. Ik voer dit aan om aan te duiden dat men toch wel wat meer moeite had kunnen doen om uit te leggen hoe men aan deze bedragen komt. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Ik vind het heel jammer dat we geen vergelijking kunnen krijgen met bijvoorbeeld de inrichting van woonwagenstandplaatsen elders in de stad, hoeveel daar twee woonwagenstandplaatsen qua inrichting hebben gekost. En daar bedoel ik inderdaad mee: de bestrating en het bouwen van de berging enzovoort, enzovoort. Want dan hoefde je maar een post af te trekken, namelijk de amovering van de standplaatsen en van het schuurtje en de verhuiskosten. Dan zou er dus 40.000,— afgaan. Je zou dan precies weten wat het nou duurder is geworden. Ik begrijp dat het te kort dag is voor de betreffende wethouder om dat nu nog te zeggen. Tot slot: wij zullen tegen het voorstel stemmen. Ik verzoek de wethouder om alsnog een keer een kostenplaatje te geven van de aanlegkosten van twee standplaatsen op een andere locatie in de stad, als die in hun geheel zijn aangelegd. Je kunt het dan delen door het aantal standplaatsen en dan hebben we daar een idee van. Wethouder VAN DONGEN Dat dit plan en de bedragen die daarbij staan vragen oproepen, kan ik me voorstellen. Bij dit plan is al heel veel gebeurd. Het is ook niet direct vergelijkbaar met een nieuw plan dat we elders in de stad hebben gemaakt, noch met eerdere standplaatsen en ook niet met de standplaatsen van vorig jaar. Het is een bijstelling van de eerdere plannen en het uitvoering geven aan de uitspraken zoals die door de rechter zijn gedaan op basis van de procedures ten aanzien van eerdere plannen. En tevens wordt hiermee uitvoering gegeven aan het bestemmingsplan dat in december 1993 door de raad is vastgesteld en 5 juli 1994 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd, voor wat betreft deze onderdelen die in dit plan staan. Bij de kosten is uitgegaan van het geven van een inzicht in de kosten zoals wij die nu kunnen inschatten. En dat betekent ook dat er een verschil is tussen de oorspronkelijke opzet en de plannen die we nu hebben. Daar zit ook weer een periode tussen. Ten aanzien van onvoorzien is ook een aantal zaken uitgesplitstin andere zaken. Als u alle getallen naast elkaar zet dan blijkt dat uit het eerste bedrag onvoorzien een aantal zaken is gehaald dat nu verder is uitgesplitst in concrete getallen. We hebben geprobeerd de totale raming in beeld te brengen, zoals die ook normaal bij een exploitatie-opzet van toepassing is, dus de normale zaken van bouw- en woonrijp maken. Daarvoor gelden ook de normale cijfers. Om bijvoorbeeld een aantal posten te noemen: in een normale exploitatie-opzet worden bepaalde percentages toegepast voor onvoorzien, voor algemene kosten en voor de kosten planontwikkeling, voorbereiding en toezicht. Als het een volledig blanco situatie betreft, dan kunnen we volstaan met toerekeningskosten van ongeveer 19 Dat zijn de kosten die interne en externe mensen maken om bestekken te maken, een planontwikkeling te maken, de voorbereidingen voor het maken van bouwvergunningen, om toezicht te houden tijdens de uitvoering van het werk en nadien op het gerealiseerde werk. En

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 557