23 FEBRUARI 1994 53
ik heb ze gevraagd vertegenwoordigers per straat aan te geven, het liefst twee, zodat als die iemand
er niet is anderen erbij betrokken zijn en ik heb ook met ze overlegd hoe de terugkoppeling zou
gaan naar hun achterban. Ze hebben gezegd: wij nemen het grootste gedeelte daar voor onze
rekening, als u ook bij tijd en wijle een aantal dingen samen met ons kunt organiseren. Me dunkt,
mijnheer Garritsen, dat daarin alle mogelijkheden
De heer GARRITSEN
Aan vijf ontwikkelaars is een opdracht gegeven, van die opdrachtverstrekking waren ze niet op
de hoogte. In het feit dat u die keus maakte hebben zij geen keus gehad, dus er zijn nogal wat steken
gevallen, denk ik.
Wethouder KOEKKOEK
Mijnheer Garritsen, ik vind dat een bepaalde manier van voorstellen van zaken. Wil het college
enig zicht hebben op bepaalde mogelijkheden die je hebt met dat park, als je ook denkt aan een
andere ontwikkeling bijvoorbeeld een uitplaatsing van NAC naar een andere plaats, dan vind ik
het volstrekt terecht dat het college zegt: laten we eens vragen aan een aantal deskundigen wat
deze überhaupt aan financiële mogelijkheden zouden genereren.
Wethouder VAN DONGEN
Om bij dat laatste punt dan maar meteen aan te sluiten, ten aanzien van grondexploitaties,
inhoudelijke en financiële mogelijkheden van bepaalde projecten: ik denk dat het een goede zaak
is om mensen daarnaar te laten kijken en dan ook op basis van die plannen verdere trajecten te
zetten. Dat is ook bij het Van Sonsbeeckpark gebeurd. Hetzelfde geldt voor het Chasséterrein.
Als u de stukken voor morgenavond hebt gelezen, zoals ook de heer Maas naar ik aanneem heeft
gedaan, dan staat daar precies het inspraaktraject in opgenomen, zowel wat de portefeuille van
de heer Koekkoek betreft rondom het bestemmingsplan, als geheel het ontwikkelingstraject met
alle omwonenden, met alle belangenorganisaties, met alle groeperingen die ook daar regulier bij
dat soort processen zijn betrokken. Dat is meer dan alleen ja of neen zeggen want dan raad ik u
nog aan om ze na vanavond nog maar eens een keer te lezen en dan praten we morgenavond verder
Dat geldt ook voor de Spoorzone, maar daarop kom ik straks dan terug. Allereerst nog even de
financiële positie van het Bredase. Breda, en daar staat deze kadernota wel voor, zit financieel
nog steeds gezond in elkaar, maar we hebben wel zorgen naar de toekomst toe. Dit geldt niet alleen
voor het financiële beeld zoals nu in deze kadernota is verwoord, maar dit geldt ook voor wat
we mogelijk aan Rijksbeleid op ons af krijgen. Ook die situatie is niet rooskleurig, zeker niet als
ik kijk naar wat daar allemaal nog geregeld moet worden en mogelijk op basis van diverse program
ma's ook nog geregeld zal worden. Ik hoop maar dat onze Haagse collega's daarover ook
verstandige besluiten zullen nemen. Maar ook daarmee zullen we rekening moeten houden. De
financiële positie is nog steeds sluitend en sluitend is: meer dan alleen boekhoudkundig. Sluitend
is ook ruimte geven voor de nieuwe raad, voor twee keer 1 miljoen structureel nieuw beleid.
Op basis daarvan kan de nieuwe raad zijn activiteiten bepalen en zijnprioriteitspuntenook invullen.
Natuurlijk is de kadernota ten aanzien van de invulling van bezuinigingen indicatief. Net zo goed
indicatief als we regulier ook zeggen dat op basis hiervan de begroting nu wordt voorbereid. Dit
geldt ook ten aanzien van zaken die zijn ingevuld voor nieuw beleid, of dat nu speelbeleid betreft
van drie ton of de instandhouding van het fonds grote projecten met 779.000,- structureel,
ook dat zijn zaken die net zo goed samenhangen met het financiële beleid dat we nu met elkaar
vaststellen. En wie zal ik zijn op dit moment dat de nieuwe raad daartoe niet bevoegd is om daarin
wijzigingen aan te brengen. Zeker wel, die ruimte heeft de nieuwe raad, maar dat geldt zowel
naar de inkomenskant als naar de uitgavenkant. Het plaatje dat we nu aan u voorleggen is het
uitgangspunt op basis van de prioriteiten zoals we deze bij de Kadernota 1994 ongeveer een jaar
geleden, min één maand, hebben vastgesteld. Dat was het uitgangspunt voor ons financieel beleid