25 OKTOBER 1994 568 1. ALGEMENE BESCHOUWINGEN. De heer AD ANK Mijnheer de voorzitter, leden van de raad. De beschouwingen over de gemeentebegroting 1995 plaats ik met enige voorzichtigheid naast het feit dat we deze eeuw gaan afsluiten en beleid uit gaan zetten dat voor allen perspectief moet bieden op de 21ste eeuw. Ik zal eerst ingaan op enkele bestuurlijke ontwikkelingen en bespreek vervolgens een vijftal thema's dat vanuit onze christen democratische visie het gemeentelijke beleid inhoud en kleur kan geven, waarna ik zal afsluiten met een beoordeling van het financiële beleid zoals gepresenteerd in de begroting 1995. Toenemende schaalvergroting versluiert ons inziens de sociaal-economische problematiek van de grotere centrumgemeenten waar, niet alleen in financieel opzicht, problemen ontstaan. Een meer dan ruim jasje is voor de stad die opdraait voor alles wat sociaal en maatschappelijk in een regio los en vast zit, geen overbodige luxe. Wij zijn dan ook zeer benieuwd naar het oordeel van Kabinet en Kamer over de besluiten van Provinciale Staten ten aanzien van de herindeling. Met name in het proces van de West-Brabantse gewestvorming liggen kansen om sterker te worden. Is het college bereid op korte termijn de raad inzicht te geven in de bestuurlijke aansturing van de gewestvorming en in hoeverre wordt er geluisterd naar de politieke aansturing van onderop? Of is ook de aangescherpte W.G.R. een dode mus, en kan het pleidooi beter uitvallen richting grotere financiële zelfstandigheid van provincies en gemeenten, een mogelijkheid die u zelf ook open houdt in het magazine Nederlandse Gemeenten. Ook de nieuwe staatssecretaris zorgde op het IPO-congres voor een trendbreuk door als vuistregel de prioriteit voor bestuurstaken te leggen bij de gemeente en bij de Provincie! Dan kunnen we beter niet teveel energie in de gewestvorming steken en alle laden nog maar eens opentrekken voor een wat ruimere herindeling. Handhaaft het college hieromtrent het eerder ingenomen standpunt? Vervolgens enkele opmerkingen over een dienstbaar bestuur. Wat dichter bij huis komende is een antwoord gekomen op de vraag die ik bij het aantreden van deze raad stelde over het politieke debat in deze raadzaal. Of de bereikte omslag in de vergadercultuur meer is dan de gewenste levendigheid, wordt door onze fractie sterk betwijfeld. Enerzijds neemt het onordelijk debat hand over hand toe, waardoor geïnteresseerde burgers er wel voor passen om deze vertoningen bij te wonen. Anderzijds hoeft een pittig politiek debat toch geen aanslag op het uithoudingsvermogen te betekenen. De heer TAKS Mijnheer Adank, onordelijk debat, wat bedoelt u nu eigenlijk? De heer ADANK Met een onordelijk debat, mijnheer Taks, bedoel ik De heer TAKS U zwijgt meestal, dat is bekend, maar welke fractie spreekt u hiermee in het bijzonder aan? De heer ADANK Wij doen onze mond open als wij ten aanzien van de besluiten die op tafel liggen of in het politieke debat een duidelijke mening hebben. En wij laten ons niet verleiden tot interruptiedebatten in tweede, derde of vierde termijn, om elkaar bezig te houden over zaken die met de besluitvorming van het voorstel van het college dat op tafel ligt heel weinig meer te maken hebben. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Bij interruptie, mijnheer Adank, maar dan begrijp ik ook waarom u nooit iets zegt, want u heeft nergens een mening over, tenminste niet een die de moeite waard is om erover te praten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 568