23 FEBRUARI 1994 54 naar de toekomst. Werken aan het instandhouden van een sluitende begroting, werken aan een aantal zaken waaraan we met z'n allen prioriteit toekenden, dat geldt net zo goed voor ruimtelijke ordening, dat geldt ook voor monumentenbeleid, dat geldt ook voor het ophogen van het investeringsprogramma zowel in bedrijfsmiddelen als het onrendabele deel. Die zaken hebben we ook met elkaar vastgesteld en we hebben toen met elkaar gezegd: naast het sluitend houden dus zorgen dat we in de toekomst ook budgettair neutraal kunnen functioneren, betekent dit dat we meer moeten doen dan alleen boekhoudkundig de zaak sluiten. We zullen aan moeten geven waar onze beleidsprioriteiten liggen en dat betekent dat we toen een bezuinigings- maar ook een ombuigingsoperatie hebben gestart van totaal ƒ16 miljoen. De voortzetting van het beleid, zoals die nu in de kadernota is opgenomen, is daarop gestoeld, inclusief de oude bezuinigingstaakstellin gen die er op basis van TuBa en eerdere bezuinigingen nog in zitten. Ook die zullen een keer moeten worden geconcretiseerd en dat is ook in deze kadernota opgenomen. Niet alleen boekhoudkundig, maar wezenlijk op basis van prioriteitsstellingen, zoals we deze met elkaar hebben bepaald in programakkoord, eerdere kadernota's, begrotingen en beleidsnota's. Dat beleid ligt nu voor en over dat beleid zal deze raad een besluit nemen en dat beleid zal de volgende raad wel of niet wijzigen. En daarop zullen we dan met elkaar, wie er dan ook bij betrokken mogen zijn, terug komen. In die zin gaat het niet alleen aan om nu een aantal wensen op tafel te leggen dat in de nieuwe raad gaat spelen, maar ook hoe we deze met elkaar zullen waarmaken, want gezien het financieel perspectief en gezien de zaken waar we met elkaar voor staan, zullen we wel degelijk keuzes moeten maken. Dat betekent: het kiezen voor het een betekent het niet kiezen voor het ander. Of het nu voor speelbeleid is of voor welzijnsactiviteiten, investeringen in de binnenstad, veiligheidsbeleid, of instandhouding van voorzieningen. Die keuzen zullen we met elkaar moeten maken en als we dat lef niet hebben met elkaar dan komen we er niet uit en dan blijft de zaak zweven. Die keuzen zullen we echt met elkaar moeten maken en dat betekent niet alleen maar roepen maar ook nee durven zeggen op een bepaald moment. Dat zullen we dan samen met elkaar gaan doenna volgende week hopel ij k. Dan een aantal opmerkingen nog concreet over de financiële positie. Allereerst de bezuinigingstaakstelling bij het Stadsgewest, 500.000,-- werd heel enthousiast ingezet, dat zouden we wel waarmaken. We dachten het ook waar te kunnen maken op basis van signalen vanuit andere gemeenten en vanuit het Stadsgewest, dat bezuiniging mogelijk was en dat voorkoming van dubbel werk zowel bij de gemeenten als bij het Stadsgewest mogelijk heden zou bieden. Helaas, als wij als Breda met voorstellen komen in het Stadsgewest betekent dit wel dat we maar één van de 21 gemeenten zijn. Ook al zijn we dan nog steeds een grote en worden we hopelijk ook nog groter, maar dan nog moeten we wel tot een gezamenlijk besluit kunnen komen. Dat betekent, als Breda zegt: bezuinig op activiteit A, dat het een activiteit zou moeten zijn die ook door een meerderheid van die 21 gemeenten gedragen zou moeten worden. Dat bleek helaas in het voorbereidingstraject niet mogelijk. Ik zeg niet dat wij niet bezuinigen op regionale taken. Ik noem het voorbeeld van logopedie zoals die in de begroting 1994 zit. Ik noem u ook het voorbeeld van de Milieudienst, maar ook andere activiteiten die in deze kadernota zitten. Maar op het totale budget van het Stadsgewest, op gewoon het reguliere bedrag per inwoner, bleek het nu niet mogelijk. Vandaar dat we hebben gezegd: laat ons dan kiezen. Maar gezien de opmerking die hier wordt gemaakt is het college best bereid om nog een keer te gaan kijken of dat mogelijk is en om te praten met onze leden die onze gemeente Breda vertegenwoordigen in de gewestraad om te kijken of we tot een gezamenlijke actie kunnen komen. Die uitnodiging doen we dan, maar dan moeten we ook met elkaar daar stevig voor staan, en dan zijn we er nog lang niet, want regionale samenwerking is een moeilijk onderwerp, maar wij willen best in overleg met onze gewestraadsleden vanuit de gemeente Breda kijken of er wegen zijn zodat we tot concrete voorstellen kunnen komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 54