23 FEBRUARI 1994 55 De heer GARRITSEN Kan de wethouder eens aangeven hoe dan, zeker vanuit zijn positie, die verhoudingen in het Stadsgewest zijn ten aanzien van de andere fracties uit de gemeenteraden? Omdat toch Breda steeds heb ik het idee, redelijk alleen staat met de voorstellen. Wethouder VAN DONGEN Neen, Breda staat niet alleen, maar net zoals de gemeenten 21 in getal divers zijn, zijn ook de belangen divers en dat speelt dan op dat moment door. Wat dat betreft kent de heer Garritsen net zo goed de stukken als wij allemaal. Het lijkt mij ook niet verstandig om nu de concrete onderwerpen te noemen, maar ik heb in de commissie Financiën toegezegd dat ik de notitie, die in het Stadsgewest is vastgesteld over de verhoudingen wat betreft de relatie gemeentefonds en stadsgewestelijke activiteiten, ook een keer terug zal brengen in de commissie Financiën. Dan de screening reserves en voorzieningen. De opbrengst die we nu hebben gehaald uit de stand van zaken van reserves hebben we ook ingezet als mogelijk aandeel vanuit de gemeente in de bijdrage als we weten wat we krijgen op basis van de werkgelegenheidsimpuls. Dat wil niet zeggen dat het daarmee vastligt. Het hangt mede af van de hoogte aan subsidie die we krijgen en ook dan zal de raad moeten besluiten of we die subsidie wel of niet aanvaarden en of we daar eigen middelen tegenover zullen stellen. Uiteindelijk is het de raad die ook daar zal beslissen en als we minder subsidie krijgen houden ze ook meer ruimte over in ons eigen budget en dan kunnen we daar zeker over praten. Zoals bij alle regels geldt ook hier: de raad beslist uiteindelijk. Ten aanzien van de onroerend zaakbelasting is het zo dat wij eerder hebben gezegdgeen verhoging danprijsindexering en dat speelt ook in dit verhaal. Wat we in de toekomst doen zullen we met elkaar ook nader vaststellen, of dat wel of niet tot lastenverlaging zal leiden. Het kan wel leiden tot een verschuiving maar gemiddeld zal het niet leiden tot een hogere aanslag. Daarover hebben we met elkaar afspraken gemaakt. Wat betreft de kostendekkende tarieven: we hebben daarover bij de begroting en ook in eerder verband reeds gesproken en u toegezegd dat we in het kader van de voorbereiding van de Begroting 1995 terugkomen op deonderbouwingvandetarieven. Bij afvalstoffen, Burgerzaken, Bouw- en Woningleges en Milieuzaken zal ook de kostendekkendheid moeten worden aangegeven op basis van het te realiseren produkt en de daarvoor benodigde kosten en de doorberekening in tarieven en legesOok daar staan we dan voorWat betreft de opmerking over de reorganisatievoor ziening: het is zeker niet zo bedoeld dat daar waar bezuinigingen eerder worden gehaald hiermee politiek onwenselijke ideeën worden gerealiseerd. Het gaat om het oplossen van knelpunten. Uiteindelijk gaat het volgens de procedure zoals we die met elkaar vorig jaar hebben afgesproken: het college beslist over iedere besteding en rapporteert daarover aan de commissie. Dan nog even een paar opmerkingen over de bezuiniging in relatie tot de gemeentelijke herindeling. In de commissie heb ik toegezegd, ook in de richting van de heer Sandberg, dat we aan het eind van dit jaar komen met een inventarisatie van de financiële consequenties van de herindeling en meer dan alleen de uitkeringen uit het gemeentefonds. Wat betreft de bezuiniging V.V.V. zal mijn collega hierop wel terugkomen. Ten aanzien van de totale opmerking over de begroting en het financieel perspectief heb ik tegenover u mijn zorgen geuit in relatie ook tot zaken op ander niveau. Maar wij zullen deze zaken als Breda proberen te bewaken en dan blijft ook het beleid van een sluitende begroting het uitgangspunt, een beperking van de lastenverhoging, mogelijk een verlaging van de lasten naar de burgers en de leges niet meer dan kostendekkend. In de richting van de PvdA, mevrouw Heerkens, en de heer De Leeuw van D66: ten aanzien van de leges geldt ook hier hetzelfde. In de kadernota, in de indicatieven van de bezuinigingen heb ik in eerste instantie ook de relatie gelegd met het totaal beleid, het totaal perpectief en de invulling van zaken waartoe we met elkaar hebben besloten. In de richting van de heer Maas van Groen Links: de totale kadernota en het plaatje dat we hier bij leggen is niet negatief, is niet slecht voor de financiële positie van het Grondbedrijf en is niet slecht voor de investeringsruimte. Juist die 20 miljoen investeringen, juist die invulling en die activiteiten, bieden dat perspectief. De nieuwe raad zal ook daarover bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 55