25 OKTOBER 1994 591 1bij processen van stadsvernieuwing en buurtbeheer uit ervaringen en onderzoek blijkt dat naast fysieke ingrepen het sociale proces van even groot belang is; 2. voor een adequate bewonersparticipatie opbouwwerkfaciliteiten hierbij een noodzakelijke voorwaarde zijn; 3. bij afloop en beëindiging van de stadsvernieuwing een adequate aansluiting naar technisch en sociaal buurtbeheer noodzakelijk is; 4. opbouwwerkondersteuning en de buurtmeester integraal onderdeel uitmaken van het buurtbeheer; 5. door een aantal oorzaken de bewonersondersteuning en de buurtmeesters in de begroting in onvoldoende mate opgenomen zijn; besluit: 1dat opbouwwerkactiviteiten in de wijken Westeinde/Vestkantzijngestart en inGerardus Majella in 1995 en na medio 1995 in Tuinzigt doorgang kunnen vinden; 2. dat de buurtmeesters in de wijken Heuvel en Gerardus Majella in geheel 1995 kunnen blijven functioneren; verzoekt het college: voor 1 januari 1995 met voorstellen te komen voor een financiële dekking en structurele aanpassing bij het buurtbeheer. De door de heer Schroder ingediende moties luiden als volgt: MOTIE (3) De leden van de raad der gemeente Breda, gelet op artikel 31 van het Reglement van Orde voor vergaderingen van de raad der gemeente Breda; stellen de raad voor zich uit te spreken als volgt: De raad der gemeente Breda, in vergadering bijeen ter behandeling van de begroting 1995; stelt vast dat, uit een niet door het college tegengesproken bericht van "De Stem" van 1 oktober 1994 blijkt dat er op ambtelijk niveau onderhandelingen hebben plaatsgevonden over samenwerking tussen het Chassé Theater en het Van der Valk concern; is van mening dat, het onderhandelingsresultaat in tegenspraak is met:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 591