25 OKTOBER 1994 597 De heer VERPAALEN Zoals de parkeerwachten op dit moment fungeren en functioneren is het juist. Maar ik wil dat deze mensen en daar pleit ik nu voor, voor meer taken worden ingezet. Mevrouw HEERKENS Als wij praten over het inzetten van langdurig werklozen dan doelen wij op maatschappelijk zinvolle arbeid. Dan bedoelen wij niet, wat echt serieus in een artikel 48 door u is betoogd, datparkeerwach- ters een hand boven de motorkap moeten houden om te voelen of de auto warm isDat soort taken bedoelen wij nou net niet. U geeft een verkeerde invulling. Daarom heeft u visie nodig op dat soort problemen vóór u met concrete zaken komt. En dan is het dus zo dat De Parel kreten slaakt in plaats van het college. De heer VERPAALEN Mevrouw, u heeft mij verweten dat ik het vijfde wiel probeerde uit te vinden, terwijl juist de burgers vragen om meer toezicht op straat. Ze vragen om mensen die letten op het rijden door rood licht. Daar heeft de politie geen tijd voor. Hoe vaak hebben de bewoners van de Meidoorn straat en de Valkenierslaan niet geklaagd over het feit dat hun straat als racebaan wordt gebruikt? Ik noem slechts twee straten en dat doe ik omdat ik maar 15 minuten mag praten, anders had ik de halve stad kunnen opnoemen. De apparatuur voor het opmeten van de snelheid is beschikbaar. Maar de politie heeft de mankracht thans niet voor het opmeten daarvan. En juist door een dergelijke maatregel, meer stadswachten, zou de sociale veiligheid in Breda bevorderd worden. Een tweede ergernis: de gemeente Breda wenst geen mensen in dienst te nemen, doch huurt deze slechts in via uitzendbureaus. Onder het mom van inperken van risico's heeft de gemeente met twee uitzendbureaus contracten afgesloten. Als reden wordt onder meer aangehaald het feit dat de gemeente tegenwoordig zelf met betrekking tot de ziektewet het risico draagt. De gemeente kan klaarblijkelijk de sollicitanten niet beoordelen op geschiktheid of durft dat niet. Een behoorlijk sociaal beleid brengt met zich mee dat de gemeente aan sollicitanten zekerheid biedt, door hen een arbeidscontract aan te bieden, desnoods met een proeftijd of voor bepaalde tijd. Een arbeidskracht van een uitzendbureau kan van de ene op de andere dag van zijn werk verwijderd worden. Een derde voorbeeld van een verkeerde mentaliteit in de gemeente Breda is de banenpoolers. Momenteel fungeert dat als een verkapte subsidie aan allerlei instellingen. De Parel is van mening dat deze mensen na twee jaar in vaste dienst moeten worden genomen van die instellingen. Immers, ze doen ofwel nuttig werk en dan moet er ruimte worden gemaakt in het budget en dat moet dan eventueel omhoog. Of ze doen in de ogen van de gemeente onnuttig werk en in dat geval zou moeten worden overwogen of die functie opgegeven dient te worden en dan kunnen eventueel andere mensen via die regeling worden gesubsidieerd. De Parel is ook nog van mening dat er meer projecten voor werklozen opgezet moeten worden voor de besteding van de landelijke regelingen en deze gelden niet te besteden aan prestige-objecten zoals de Oost-West flank, doch bijvoorbeeld aan het buurtwerk. Veel buurt- en wijkorganisaties klagen over het feit dat er zo weinig mensen beschikbaar zijn voor dat werk. De reden is dat dit werk zoveel vrije tijd kost aan de vrijwilligers. Er zijn een heleboel vrijwilligers die bereid zijn het secretariaat als betaalde kracht te vervullen, doch daarvoor wordt in de subsidie aan de buurten geen budget gegeven. Een aantal andere buurten klaagt over het feit dat er in het opbouwwerk geen continuïteit zit. Met behulp van de opbouwwerker wordt de buurt opgekrikt en als het enigszins loopt, dan wordt het opbouwwerk weer afgeschaft, met als gevolg dat die buurt daarna weer verpaupert. De Parel van het Zuiden zou dan ook graag zien dat de gemeente niet meer via Vertizontaal een bedrag geeft aan opbouwwerk, doch aan de buurtorganisaties rechtstreeks. En die kunnen dan via Vertizontaal de beroepskrachten inhuren. Alsdan kunnen die buurten zelf bepalen welke krachten en in welke mate zij hulp nodig hebben. In dit verband wil ik opmerken dat de gemeente ook geen criteria behoort aan te leggen met betrekking tot de grootte van de buurtorganisatie, zoals dat nu

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 597