25 OKTOBER 1994
602
niet wil doen uitbreiden; dat in tegenstelling tot de opvatting van de vorige bewindsvrouwe op
dit terrein. Dat is punt één. Het tweede dat van belang is voor deze discussie is het feit dat het
Kabinet inmiddels heeft aangekondigd dat men zal komen met een herziening van de vierde nota.
De kern van de herziening van die vierde nota zal zijn dat er sprake is van een grotere woningbe
hoefte en dat betekent dat Brabant ook dienovereenkomstig met een grotere mate van woningbouw
te maken zal krijgen. En die grotere mate van woningbouw zal zich met name weer concentreren
zoals gebruikelijk rond de grote steden. Ook dat feit is relevant voor de herindeling en voor de
hele gang van zaken rond de samenwerking tussen Stads- en Streekgewest. Het derde punt dat
interessant is, is dat de gedeputeerde De Geus en de Commissaris van de Koningin gisteren tijdens
een studiedag op het Provinciehuis uitlatingen hebben gedaan in die zin dat ze zeggen: het ware
misschien te overwegen om voor West-Brabant op basis van de Provinciewet een soort bestuurs
commissie in te stellen, die dan rechtstreeks gekozen zou moeten worden en aan wie een aantal
bevoegdheden zou moeten worden overgedragen die nu nog bij de Provincie berusten. De reactie
van het college in dat opzicht is eigenlijk meervoudig. Op de eerste plaats tonen al deze
ontwikkelingen nog eens het gelijk aan dat wij aan onze kant vonden, maar dat we nu ook nog
eens onderstreept zien, namelijk dat de grote steden toch de kern vormen van beleid, ook het groot-
stedelijkbeleid dat dit Kabinet denkt te gaan voeren. Het past dus ook binnen de vraag naar
voldoende ruimte voor de komende 25 jaar voor het bouwen van huizen maar ook voor
bedrijventerreinen. Het betekent dat eigenlijk de oude inzet van het college om te streven naar
de integratie van de gemeenten Teteringen, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Hazeldonk nog steeds
overeind staat en dat dat nog steeds ons uitgangspunt blijft, ook in het kader van de gemeentelijke
herindeling. Dus heel uitdrukkelijk Prinsenbeek erbij. Nog uitdrukkelijker Prinsenbeek, omdat
uit alle feiten en cijfers, zoals die ons de afgelopen tijd bereiken, blijkt dat de woningbouwlocaties
zoals die worden gedacht in Teteringen en in Bavel toch allemaal schril afsteken bij wat er nu
mogelijk zou blijken te zijn. Met andere woorden, die woningbouwlocaties vallen, in ieder geval
als het gaat om de getallen, fors tegen. En dat afgezet tegen het uitgangspunt datje voor 25 jaar
moet kunnen bouwen betekent dat, dat in onze ogen Prinsenbeek niet alleen wenselijk is, maar
volslagen onontkoombaar is, als het gaat om de samenvoeging met Breda, omdat wij normaal
gesproken zo'n 3.000 woningen denken te kunnen realiseren in Prinsenbeek en ook een
bedrijventerrein van zo'n 100, 120 hectare. Het heeft dus niets te maken met machtsuitbreiding
of met gebiedsuitbreiding óm de gebiedsuitbreiding. Het heeft puur te maken met het realiseren
van die woningbouw voor de komende 25 jaar. En zelfs met Prinsenbeek erbij zal het een heel
nauw maatcostuum worden. Met andere woorden, wij zijn er eens te meer van overtuigd dat we
ook op Prinsenbeek nog een stevige actie moeten gaan voeren. Ik heb al eerder gezegd in de
commissie Algemene Zaken dat het acties zijn die voor een groot deel zijn onttrokken aan het
publieke oog: gesprekken met Kamerfracties, gesprekken met bewindslieden, gesprekken ook
met commissies in de Tweede Kamer. We hebben het een en ander nog eens namens de vijf grote
steden vastgelegd in een brief van ondergetekende. We zullen zorgen dat in ieder geval de leden
van de commissie Algemene Zaken een kopie krijgen van die brief, zodat u weet wat er namens
de vijf grote Brabantse steden is geschreven aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
aan met name de vaste commissie van Binnenlandse Zaken in de Tweede Kamer. Test-case van
dit alles is de besluitvorming van de Tweede Kamer over de herindeling rond 's-Hertogenbosch.
Daar speelt op dit moment de vraag of Rosmalen, met zo'n 28.000 inwoners, wel of niet wordt
toegevoegd aan 's-Hertogenbosch. Dat voorlopig verslag komt op 29 oktober uit. Dat betekent
dat de Kamer dan haar voorlopig standpunt heeft bepaald. En zoals het er nu naar uitziet, maar
dat zal straks precies uit de papieren moeten blijken, lijkt een meerderheid te kiezen voor de
samenvoeging van Rosmalen met 's-Hertogenbosch. Dat betekent dat daarmee een nieuwe trend
is gezet en het zal duidelijk zijn dat die trend ook zijn gevolgen zal hebben voor de rest van de
herindeling in de provincie. Want vergeleken met Rosmalen is Prinsenbeek een peanut, als het
gaat om het inwonersaantalWe moeten nog even afwachten wat er precies in het voorlopig verslag