25 OKTOBER 1994 604
zeker totdat de hamerslag van de voorzitter van de Eerste Kamer is gevallen. Dan geloof ik het
allemaal pas. Wij zullen uw raad daarvan op de hoogte houden, maar u moet er vanuit gaan dat
u de komende tijd, buiten dan Rosmalen, over de acties van Breda heel weinig zult horen, omdat
die acties zich voor een deel afspelen in de kamertjes van de Tweede Kamer en de departementen.
Een aantal opmerkingen heeft de heer Adank gemaakt over de discussies in de raad. Ik moet u
zeggen, nadat we daarover hebben gesproken in het overleg met de fractievoorzitters, dat het college
het toch heel moeilijk vindt om een oordeel te geven over de kwaliteit en over de wijze waarop
wij de kwaliteit van de discussie kunnen waarborgen. Dat is aan de raad zelve. Wat we maximaal
kunnen doen is elkaar beloven dat we alleen maar zinvol gebruik maken van het interruptie
instrument en dat we vooral ook zinvolle betogen hebben. Maar het is niet in de eerste plaats aan
de burgemeester om een oordeel te geven over de zinvolheid of de zinloosheid van de betogen,
zoals die door democratisch aangewezen afgevaardigden hier worden verkondigd. Ik zou me ook
in dat opzicht verre willen houden van welk kwaliteitsoordeel over welk betoog dan ook en van
welk raadslid dan ook. Ten aanzien van de ombudsman zal het college, zoals al toegezegd en ook
besproken in het programakkoord, zorgen dat de evaluatie van de klachtenregeling in december
in Algemene Zaken kan worden behandeld. Dat betekent dat u ook in de decembervergadering
van Algemene Zaken ten principale kunt discussiëren over de vraag of we doorgaan met de
commissie zoals die nu bestaat, of dat we overgaan in Breda tot het oprichten of inrichten van
een andere vorm van ombudswerk. Ten aanzien van de integrale veiligheid zijn er door een paar
fracties vragen gesteld. De Raamwerknotitie is behandeld in de commissie Algemene Zaken van
september. Essentieel is nu de inbreng van de verschillende diensten. Ik was eigenlijk buitengewoon
blij dat u ook in die commissie Algemene Zaken nog eens heeft betoogd dat het werk toch vooral
van de diensten moet komen en dat het integrale veiligheidsbeleid moet worden waargemaakt,
ik kijk even in de richting van mevrouw Heerkens die dat nog eens duidelijk heeft gemaakt, door
de afzonderlijke diensten in die afzonderlijke beleidsvelden. Wij hopen u in februari de definitieve
nota te kunnen presenteren. Ik waarschuw u overigens bij voorbaat voor al te hoog gespannen
verwachtingen in dat opzicht over de resultaten. Integraal veiligheidsbeleid, dat blijkt ook uit
experimenten die zijn gehouden, vraagt ontzettend veel tijd voordat het is gerealiseerd en vooral
voor datje dat tot uitdrukking ziet komen in de statistische gegevens. Als het gaat over de politie
heeft D66 gevraagd of wij ons hard willen blijven maken voor de vacatures voor die uitbreiding.
Natuurlijk willen wij dat doen, maar tegelijkertijd doen we dat ook in het besef dat de landelijke
overheid, met name de drie landelijke politieke partijen die deelnemen aan dit Kabinet, niet
waarmaken wat men heeft beloofd. Er is voor de verkiezingen gezegd: 1 miljard voor de
criminaliteit, in allerlei vormen, bij allerlei gelegenheden. Ik stel vast, als je alles bij elkaar optelt
en aftrekt, dat er slechts 100 miljoen ter beschikking komt voor die extra bestrijding van de
criminaliteit en dat betekent hooguit zo'n duizend politieagenten. Als je die over het hele land moet
plaatsen, dan betekent dat voor de stad Breda dus bijna niets. En dat is de realiteit waar we mee
te maken hebben. Overigens zullen we in de decembervergadering van de commissie Algemene
Zaken en we kunnen ons alvast opmaken voor een lange vergadering, de teamplannen gaan
bespreken en in die plannen worden ook weer de prioriteiten voor 1995 vastgesteld. En dan moeten
we met elkaar die keuzes maken, op basis van dat wat we op dit moment aan politiemateriaal ter
beschikking hebben en dat is veel minder dan waar we als sterkte recht op hebben en het is ook
veel minder dan hoe die sterkte in feite eruit zou moeten zien. Want dat is een landelijk gegeven.
En hoe graag wij dat ook zouden willen, wij veranderen daar in Breda niets aan. Door het CDA
en D66 is met name ook gesproken over de bevoegdheden, controll en delegatie. In december
zal er een notitie komen in Algemene Zaken en die is al in een raamvorm in het college behandeld,
over de delegatie, de bevoegdheden en alles wat daarmee samenhangt. We hopen dan in ieder
geval dat wat in het programakkoord is afgesproken, met u te bespreken. Dat betekent dat we ook
met elkaar moeten gaan praten over: wat zijn de hoofdlijnen, wat moet hier in de raad worden
behandeld, wat moet je delegeren aan het college en welke instrumenten heb je om vervolgens