25 OKTOBER 1994 610 medio 1995 de definitieve resultaten daarvan op tafel te krijgen. We proberen ook, dat heb ik al eerder aangegeven, de buurgemeenten, met name Etten-Leur en Oosterhout daarin mee te nemen, in zoverre, dat we op de onderzoeken die zij gehouden hebben en de effecten daarvan op het totale woningmarktgebeuren in de regio zicht hebben en dat we daarover mogelijk gezamenlijk afspraken kunnen maken. Medio 1995 hopen we dat gereed te hebben en dat betekent dat we dat dan mee kunnen nemen in de planningslijsten zoals de Provincie die vraagt voor het jaar 1996. Daar zit natuurlijk nog een kleine adder onder het gras voor het jaar 1996. Diverse sprekers hebben gevraagd: wat betekent dat voor het Besluit Woninggebonden Subsidies en hoe gaat dat er nou uitzien? Helderheid is er over de regelgeving van het Besluit Woninggebonden Subsidies. Dat is gepubliceerd. Dat komt ook naar de commissie toe. Daarin staat exact aangegeven wat de mogelijkheden zijn. We moeten constateren dat het budget verlaagd is. Voor Breda betekent dat ongeveer/ 1 miljoenmindervoordeze sector, althans voorhet Besluit WoninggebondenSubsidies. Er zit aan de andere kant een voordeel in: de schotten die tot nu toe tussen de vier budgetten stonden, kunnen in principe vervallen. Dat betekent dat de gelden als het ware over de schotten heen kunnen worden gebruikt. Wel zal dat betekenen datje, als je als gemeente daarmee aan de gang gaat, expliciet moet motiveren waarom die gelden op die manier zijn gebruikt. Ze worden nog wel in schotten geleverd, maar die schotten zijn dus niet meer heilig. En dat kan betekenen dat we veel meer volkshuisvestelijkgericht, met name op die doelgroep en die goedkope voorraad, gelden kunnen gaan inzetten. We zullen rond 1 december een definitief besluit krijgen van de minister hoeveel geld er naar Breda komt, maar de indicaties zijn dat het 1 miljoen minder zal zijn. Er zit nog een ander voordeel aan dat nieuwe B.W.S. 1995, namelijk dat er een 100% spaargrens zal worden opgenomen. U weet dat die nu 50% is. Zitten we boven die spaargrens, dan is het ministerie van VROM blij, want die kan het geld op een andere manier besteden. Maar volgend jaar is er een 100% spaargrens. Wat dat betekent voor het B.W.S. 1996, u weet dat er elk jaar weer forse veranderingen zitten in het Besluit Woninggebonden Subsidies, dat moeten we nog afwachten. Er zijn tendensen om te kijken of verschillende geldstromen, denk aan het Besluit Woninggebonden Subsidies en het Besluit Locatiegebonden Subsidies, het B.L.S.kunnen worden samengevoegd. Zover zijn we nog lang niet. Het is al moeilijk genoeg, denk ik, om het B.W.S1995 goed op de rails te zetten. Wat betreft de samenwerking van de corporaties, daarover is ook door verscheidene sprekers gepraat en de samenwerking binnen de volkshuisvesting uiteraard met de corporaties, heb ik al aangegeven dat dat gaat via een samenwerkingsverband en deelconvenanten: het project Ordening en Sturing. Daarnaast zien we binnen de volkshuisves tingsmarkteen toenadering tussen de sociale ontwikkelaar en de commerciële projectontwikkelaar. We zien dat met name ook bij Westerpark waar inschrijvingen zijn van zowel corporaties als commerciële projectontwikkelaars in gezamenlijkheid. Je ziet daar een tendens dat die twee groepen dat uitgebreid gaan doen. Een andere marktpartij betreft de woonconsumenten. Op dit moment zijn we daarmee uitgebreid in overleg, om te zorgen dat de woonconsumenten ook die functie kunnen krijgen die zij volgens de nota Volkshuisvesting in de jaren negentig zouden moeten hebben. En dat alles zou uiteindelijk moeten leiden tot een volkshuisvestingsplatform, waarin sociale ontwikkelaars, commerciële ontwikkelaars, woonconsumenten en de gemeente participeren om gezamenlijk dat beleid te sturen. Wat betreft het ruimtelijk ordeningsaspect, de bestemmingsplanver tragingen en de bezuinigingen het volgende. Ik denk dat de bestemmingsplannen op schema liggen zoals we dat in het verleden hebben vastgesteld. We weten allemaal dat, voordat een bestemmings plan definitief wordt vastgesteld, er tussen start en finish zo'n 3 tot 5 jaar kan zitten, afhankelijk van de ingewikkeldheid en de procedures die eraan ten grondslag liggen. De ontwikkeling van de verschillende bouwlocaties loopt wat dat betreft op schema. In de bestemmingsplannen die we ingezet hebben, heeft in ieder geval de commissie inzicht in hoe die zijn en welke die zijn en die lopen volgens planning. Dat betekent dat daar zo nu en dan fors wat tijd in zit, dat ben ik ook met iedereen eens. Met de nieuwe bouwlocaties zijn we op dit moment hard bezig. We zijn met de Haagse Beemden bezig, met het ontwikkelen van een structuurschets, hoe gaan we daarmee

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 610