25 OKTOBER 1994 611 om? Het Chasséterrein, dat verhaal kent u. Met Westerpark hopen we in 1995 te beginnen. De locaties die verder aan snee zijn, zijn: IJpelaar Zuid-Oost, Teteringen en Bavel. Die worden weliswaar door de Provincie anders genoemd, maar dat is meer uit piëteit, namelijk Teteringen wordt dan Breda Noord-Oost genoemd en Bavel Breda Zuid-Oost. We zitten op dit moment met het probleem dat de omliggende gemeentes mondjesmaat medewerking willen verlenen om de voorbereidende werkzaamheden voor een ontwikkelingsschets gestalte te geven. En dat mondjesmaat dat heeft natuurlijk met andere processen te maken die met de buurgemeentes aan de orde zijn. De voorzitter heeft daar al het een en ander over gezegd. We zijn wel bezig de hele zaak op een rit te zetten, zodanig, dat we de werkzaamheden die we in ieder geval kunnen doen, dat we die ook doen en zodanig dat we zo min mogelijk vertraging oplopen. Maar het is grond van een ander en daar kunnen wij niet altijd zo makkelijk plannen voor maken. We hebben elkaar daarbij nodig. Voor verkeer en vervoer hebben diverse leden aandacht gevraagdDe heer Adank heeft met name gesproken over de verkeersproblematiek Zuid. Ik denk dat hij gelijkheeft. En de heren Verpaalen en De Leeuw hebben ook nog gezegd: de problematiek van het verkeer neemt toe. We constateren met z'n allen dat met name het autoverkeer blijft groeien en dat dat grote problemen geeft. In de nota over de wegenstructuur hebben wij aangegeven hoe wij denken ermee om te gaan om het autoverkeer via de hoofdwegen af te leiden, zodanig dat er buurten ontstaan waarvoor we dan de zogenaamde 30-kilometerzones en echte buurtplannetjes kunnen maken, zodanig dat het doorgaand verkeer daaruit verdwijnt en dat het langzaam verkeer daar ook ruimte krijgt. Wat betreft het langzaam verkeer hopen we in december aan de commissie de bijgestelde uitvoeringsnotitie Langzaam Verkeer te kunnen voorleggen, zodanig dat we daarin ook prioriteiten kunnen stellen. We moeten daarbij wel aangeven dat daar waar wij forse maatregelen willen nemen, zoals de heer Adank ook aangeeft, we ook alternatieven moeten geven. Want een forse maatregel om iets tegen te gaan, kan ook effect hebben op andere zaken en dan kan de wal het schip keren. We moeten dus goed kijken naar wat voor effecten het heeft. Maar dat er iets moet gebeuren, daar zijn we het met z'n allen over eens. En met die uitvoeringsnota kunnen we gezamenlijk de prioriteiten stellen hoe we dat langzaam verkeer verder de ruimte geven die het verdient. De heer ADANK Bij interruptie. Als in de voorbereiding maar heel nadrukkelijk wordt uitgegaan van een overleg met buurten en wijken. Ik denk dat zij de knelpunten zeer goed kennen en laat hen die ten behoeve van de ambtelijke voorbereiding ook voorleggen. In de tweede plaats moet er duidelijkook politiek gestuurd worden. En waar een wil is, is een weg. Laat duidelijk in een heel vroegtijdig stadium de politieke sturing uitgesproken worden, zodat daarmee in de ambtelijke voorbereiding rekening kan worden gehouden. Anders draaien we de zaak weer om. Dan ligt er straks een bijgesteld plan op tafel en dan zeggen we vervolgens weer: helaas, maar we moeten die plannen met hun investeringen, die we eigenlijk zouden willen realiseren in de wijken, nog maar weer eens twee of drie jaar uitstellen. Wethouder DE BRUIJN Laten we helder zijn, het is een bijgestelde notitie, die op een gegeven moment leidt tot een politieke discussie over de vraag: waar leg je de prioriteiten? Die notitie kan op een gegeven moment ook met de buurten besproken worden. We kennen overigens zelf ook wel de problemen, maar die kunnen we vervolgens ook nog eens bespreken met de verschillende overleggroepen die we door de hele stad hebben. En dat zal uiteindelijk moeten leiden tot een definitieve besluitvorming, mede in relatie tot de beschikbare gelden in het investeringsplan. Dus wat dat betreft denk ik, dat we daar ook goed naar moeten kijken. Dat betekent overigens ook dat de verkeersproblematiek niet alleen, weliswaar in belangrijke mate, maar niet alleen via het langzaam verkeer opgelost kan worden. Dat betekent dat we ook iets met het openbaar vervoer moeten doen. En daar heeft de raad in het verleden al eens een uitspraak over gedaan in het kader van O. V. maal 2. Wat betreft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 611