m m 25 OKTOBER 1994 613 kan dat eenzijdig doen. Maar ik neem aan, omdat u toch ook op andere vlakken wel het een en ander in de richting van de woningbouwvereniging te zeggen heeft, dat u daarover toch zaken kunt doen. Het probleem dat zich voordoet is dat de bewoners zich een beetje ingeklemd voelen. Er is een beheerplan, dat ook afhankelijk is van bijvoorbeeld de mogelijkheid van sloop van flats of het plan dat mensen bedenken voor het beheer van hun wijk. Dan heb je de reactie van zo'n woningbouwvereniging. En je zit met het het feit dat de gemeente zegt: wij zijn afhankelijk van die woningbouwvereniging. Dat is op zich wel een begrijpelijk verhaal, maar ik denk toch dat je niet helemaal kunt zeggen dat je als gemeente niet, in zekere zin, sturend, ook achter de schermen, in de richting van die woningbouwvereniging zou kunnen optreden. Ik vraag u en ik kan me voorstellen dat u mijn vraag niet acuut kunt beantwoorden - u heeft ook andere wijken genoemd die zeker ook heel belangrijk zijn, maar ook Geeren-Noord daarin - op wat voor termijn denkt u in de richting van die mensen toch wat zekerheid te geven, omdat ze daar inderdaad veel werk hebben verricht. Wethouder DE BRUIJN Ik denk dat het werk dat verricht is goed is geweest. Datje dat werk opnieuw ter discussie stelt op het moment dat er feitelijk iets gaat gebeuren, dan zitten we meer rond de eeuwwisseling dan dat we over volgend jaar praten. Je moet ook constateren dat we in het belang van de volkshuis vesting nog een toezichtfunctie hebben op deze woningbouwvereniging vanwege haar financiële situatie en dat we natuurlijk ook moeten kijken naar: wat kan ze aan. De projecten die zich in eerste instantie aanmelden, geven als zodanig geen aanleiding dat er iets naar voren getrokken kan worden. Ik denk dat het uitgangspunt op dit moment is: de woningen blijven voorlopig overeind. En op het moment dat daar iets in beeld komt dan gaan we samen met de buurt, want het is een plan dat gemaakt is door de bewonersorganisatie èn door vijf ambtelijke diensten, kijken hoe we dat plan kunnen invullen. Het betekent overigens wel dat we bij het bestemmingsplan, nadrukkelijk rekening moeten houden met de mogelijke invulling, zodat we niet een bestemmingsplan gaan maken waarvan we later gaan zeggen: hadden we dat maar eerder geweten. Neen, we weten het nu en we kunnen met het bestemmingsplan via wijzigingsbevoegdheden, rekening houden met het feit dat er iets gaat gebeuren. Die mogelijkheden kunnen daarin worden opgenomen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Bij interruptie. Wanneer kan de raad het officieel verwachten? We hebben het stuk nu al, maar wanneer wordt het officieel aan de raad toegezonden, met een bepaald commentaar daarbij? Want dat krijgen we maar niet. Wethouder DE BRUIJN Op het moment dat het aan de orde is en dat bepaalt de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda. Wat betreft de opmerkingen over Haagpoort en dat mede in relatie tot de motie van Groen Links, verwijs ik naar de antwoorden die het college heeft gegeven op de vragen van D66. Wat betreft Gerardus Majella moet ik constateren dat zowel het buurtbeheer als het opbouwwerk, dat in het kader van stadsvernieuwing en de stofkamoperatie uit het fonds Stadsvernieuwing wordt betaald tot en met dit jaar, nu worden geëvalueerd. We verwachten dat binnenkort de evaluatie gepresenteerd wordt. Dat betekent dat we in november een overleg hebben om te kijken hoe die werkzaamheden overgeheveld kunnen worden van stadsvernieuwing naar buurtbeheer. Dat geldt overigens niet alleen voor deze wijken, maar de evaluatie van de werkzaamheden zal daarbij nadrukkelijk aan de orde komen, alsmede het belang van die werkzaamheden. Vervolgens zal er naar gekeken worden hoe dat in de overgang tussen stadsvernieuwing, want de stadsvernieuwing is daar ten einde, het project loopt af, en de buurtaanpak kan worden meegenomen, zonder dat er een gat ontstaat voor die buurten als wij willen dat het wordt doorgezet. Wij hopen dat eind dit jaar definitief duidelijk zal zijn op welke wijze wij dat verder gaan invullen, mede in het licht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 613