25 OKTOBER 1994 620 Wat ons betreft zit er in het college geen verschil tussen de opstelling van de burgemeester en de wethouder Financiën. Hetligter maar aan welke kantje wenstte benadrukken, in welke situatie. Ook in de commissie Middelen denk ik dat we daar nadrukkelijk op ingegaan zijn. De financiële positie van de gemeente Breda op dit moment is best gezond te noemen. Een sluitende begroting hebben we al jaren en die hebben we ook nu weer. We hebben een positief rekeningresultaat en de analyse daarvan is u toegezegd. We hebben ook 300 miljoen aan reserves en voorzieningen. En dat heeft wel iets te maken met gezond. Maar aan de andere kant dreigt er volgens mij ook een soort mythe te ontstaan dat we daar maar onbeperkt van alles mee zouden kunnen gaan doen. Ik wil dat toch even proberen te corrigeren. Een hele grove benadering, ik kom daar uiteraard op terug als we praten over de totale screening van de reserves en voorzieningen, wijst uit dat er 225 miljoen aan reserves is en/ 75 miljoen aan voorzieningen. En voorzieningen, dat betekent dat daar verplichtingen tegenover staan, dus die kunt u op geen enkele wijze op een andere manier inzetten. Daarnaast hebben we nog een groot aantal reservesEn ik wil graag rechtzetten wat Groen Links daarover gesteld heeft, namelijk dat het maar spaarpotjes zouden zijn waar helemaal niks achter zit. Neen, er zitten allemaal besluiten van de raad achter als we reserves instellen. Elke reserve wordt door uw raad ingesteld en ook de voeding van de reserves. Daar bent u iedere keer bij en uiteraard ook bij de ontwikkeling. En ik denk dat dat De heer SCHRODER Ik meen me te herinneren dat u dat in de commissie anders beantwoordde. En ook dat u hebt geantwoord dat het in principe aan de raad was om de middelen vrij in te zetten. Wethouder VAN OS Natuurlijk, want u heeft het budgetrecht als raad. En het college komt dan met voorstellen. Maar daarom zijn het niet zomaar spaarpotjes die uit de lucht komen vallen. Het zijn de spaarpotjes die u en ik met elkaar hebben vastgesteld. En ik denk dat ook met name de burgemeester daarop doelt als hij zegt: er zitten daar nogal wat potjes waarmee we grote projecten binnen de gemeente Breda denken te gaan doen. En als u dan naar die 225 miljoen kijkt, dan wil ik er u best een aantal van noemen. Zo'n 25 miljoen is de goodwill ENWA en die zetten we in voor de budgettaire capaciteit. Dus op het moment dat u daar andere dingen mee doet, dan kan dat, maar dan slaat u een gat in de begroting. We praten over een Stadsvernieuwingsfonds van ruim 25 miljoen. Ik dacht dat we toch met elkaar afspraken gemaakt hadden wat we daarmee zouden willen doen. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan met reserves voor grote projecten waar volgens mij bestemmingen achter liggen. Dus rekent u zich alsjeblieft niet rijk met die 300 miljoen. En wek wat mij betreft dan ook dan niet de suggestie datje daar zomaar zwembaden van kunt bouwen. Je kunt ze er wellicht van bouwen, overigens zit dat op een andere manier in de begroting verwerkt, maar je kunt ze er niet zomaar van exploiteren. En ik heb in een vorige vergadering gezegd dat ik ook die rente daar niet zomaar voor zou inzetten. De heer Taks herinnerde daar nog fijntjes aan. Verwacht dus geen wonderen van die screening. Het college wenst daar echter geen voorschot op te nemen op dit moment. Goed, wellicht gezond, maar we zijn ook heel wat van plan. Daarnaast een wat somberder toekomstbeeld als u kijkt naar het meerjarenperspectief. Dat wordt niet zozeer door de gemeente Breda veroorzaakt, dan wel door de rijksbezuinigingen, die toch ruim zo'n 6 miljoen bedragen zoals we daar nu tegenaan kijken. En wellicht wordt dat nog somberder. In de commissie Middelen heb ik gemeld dat de uitslag en de precieze vertaling van de september-circu- laire nog een vrij omvangrijke taak is. En wellicht zouden de eenmalige middelen die in de juni- circulaire voor 1995 boven de markt hangen, op dit moment als sneeuw voor de zon kunnen verdwijnen. Het college presenteert u desalniettemin op dit moment een sluitende begroting en zet voor een aantal onderdelen inderdaad eenmalige middelen in voor 1995. Dat is conform de gedragslijn die altijd gevoerd wordt. En het college zal u een structurele aanpak voor de langere termijn bij de Kadernota 1996 presenteren, zoals ook een normale gedragslijn is van vorige colleges.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 620