23 FEBRUARI 1994 59 de effecten van de reorganisatie. Ik heb daarover in de laatstgehouden de commissievergadering het een en ander kunnen meedelen. Het is denk ik van groot belang vast te stellen dat vrijwel alle ambtelijke medewerkers zijningepast in de nieuwe organisatie. De centraleherplaatsingscommissie is nog bezig met drie vier zaken voor ambtenaren. Dat is de laatste stand van zaken. Ik denk dat we mogen vaststellen dat het proces heel snel en voorspoedig is verlopen. Wat betreft de vraag ten aanzien van de overhead: als de heer Dubbelman bedoelt, dat het hier eigenlijk gaat om de topstructuur dan is duidelijk vast te stellen dat de organisatie is vormgegeven geheel en al conform de blauwdrukken van de organisatie die het college heeft vastgesteld, die ook ter kennis van de raad zijn gebracht. Als hij bedoelt dat hier en daar afwijkingen zouden zijn, dan hoor ik het graag in de tweede termijn, dan kan er misschien nader op worden ingegaan, maar naar mijn indruk is alles conform de bedoelingen verlopen. Dat betreft de drie vragen van de CDA-fractie over het personeelsbeleid. D66 heeft gesproken bij monde van de heer De Leeuw over de informatisering en de automatisering, het belang daarvan met name in verband met het districtsgewijs werken en de gemeentelijke herindeling. Ik heb de commissie POI ter informatie een werkprogramma toegezonden van de dienst Beleid en Onderzoek. Ik denk dat het zinvol zou kunnen zijn, op niet al te lange termijn, in de commissie over het onderwerp te spreken aan de hand van een beleidsnotitie. Ik kan het niet aan een bepaalde termijn koppelen maar de intentie is om op niet al te lange termijn inhoudelijk op de zaak in te gaan, maar voorlopig hebt u nu het werkprogramma, u kent nu de stand van zaken zoals die op ambtelijk niveau op dit moment is. Mevrouw Heerkens heeft geheel en al terecht gewezen op het belang van het project in Tuinzigt ten aanzien van het wijkgericht werken. Dat is inderdaad op dit moment niet meer dan een pilot-project, hoewel een heel erg belangrijk pilot-project. De evaluatie moet duidelijk maken of dat project ook uitbreiding verdient in andere wijken en moet worden voortgezet. Het is inderdaad in de commissie door alle fracties gesteundIk denk dat het typisch een punt is dat door alle politieke partijen wordt gedragen. Dat het punt is dat misschien zonder risico in de verkiezingsstrijd kan worden gegooid, zijn daarover wij het al met elkaar eens, lijkt mijDe heer Sandberg heeft het college opgeroepen om de oorlog te verklaren aan de werkloosheid. Ik denk dat het college dat reeds heeft gedaan, er is misschien geen formele oorlogsverklaring uitgegaan maar de strijd is volop bezig. In de raad van maart krijgt de raad de nota voor het arbeidsmarktbeleid voorgelegd. Die is gericht op de aanbodzijde van de arbeidsmarkt en meer specifiek op de problematiek van de langdurig werklozen. Daar laten wij het uiteraard niet bij. Ook de vraagzijde van de arbeidsmarkt krijgt aandacht, die gaan wij speciaal richten bij de afdeling Economische Zaken op de aanpak van het lokale industriebeleid. Het is de bedoeling op niet al te lange termijn, maar het zal enkele maanden meer tijd vergen, daarover een nota aan de raad aan te bieden. Het gaat daarbij om een integrale aanpak, zowel de promotie/acquisitie van bedrijven als de afstemming op het arbeidsmarktbeleid en ook de rol van arbeidsvoorzieningen, het R.B.A., worden daarbij duidelijk in beeld gebracht. De VOORZITTER Ik kijk nu in de richting van de fractievoorzitters. Wij hadden destijds met elkaar afgesproken dat wij elkaar drie kwartier zouden gunnen om onderlinge beraadslagingen mogelijk te maken over de tweede termijn. Kijkend naar de inhoud van de algemene beschouwingen zoals gehouden rond de kadernota, kijkend naar de antwoorden van het college, waag ik het te betwijfelen of u die drie kwartier volledig zult kunnen benutten voor het overleg in uw eigen fractie. Deswegen stel ik u voor, kijkend naar de klok, ik kijk ook naar het feit dat u morgenavond elkander hier weer in hetzelfde gezelschap zult ontmoeten, om om vijf over tien door te gaan. PAUZE. De VOORZITTER heropent de vergadering.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 59