27 JANUARI 1994 5 te laten maken. Dat er wederzijds verwijten kwamen in de zin van: jullie doen niets met onze kennisgevingen en de anderen doen niets met wat wij aandragen et cetera, is een traject dat ook doorlopen moest worden. Dat was een doelstelling van dit experiment. De tweede doelstelling van het experiment was de uitstroom, zorgen dat mensen van de Sociale Dienst, de contact personen, konden gaan werken met wat in de beginfase werd genoemd: een individuele trajectbegeleiding. Die hebben we moeten bijstellen. Van die trajectbegeleiding, maar dat heeft u ook uit de evaluatie kunnen opmaken, is niet al te veel terecht gekomen. Op tijd hebben de contactpersonen van de Sociale Dienst de zaak kunnen overdragen aan het Arbeidsbureau. U zegt dat een commercieel outplacementbureau beter zaken had kunnen doen. Dat heeft naar alle waarschijnlijkheid slechts betrekking op één gedeelte van het projecten niet op het andere gedeelte, want dat andere gedeelte blijft hard noodzakelijk, terwijl ik in feite ook blijf volhouden dat ik vind dat de mensen van de Sociale Dienst aan dat uitstroomgericht werken moeten gaan werken. U ziet verderop in deze raadsagenda een voorstel bij de heer Taks, dat een andere manier van benadering voorstelt. Dat betekent dat we een experiment gedeeltelijk hebben zien mislukken en dat we nu een ander experiment ingaan met behulp van een extern bureau om toch datgene te bereiken wat we nodig achten. Het feit is dat de Sociale Dienst, vroeger een uitkeringsfabriek heette, moet worden omgebouwd richting een uitstroomgericht werkende instantie. Het bestrijdt dus uw stelling dat een commercieel outplacementbureau beide doelstellingenhad kunnen behalen; slechts één wellicht en misschien in een iets betere mate. Het was niet zo dat de tussentijdse evaluatie niet heeft plaatsgevonden omdat de centen op waren, neen, dat was niet de reden. De reden was dat de doelstellingen bij lange na niet waren gehaald. Het evaluatieverslag geeft een uitgebreid inzicht in de redenen die daarvoor waren, welke hobbels er op de weg werden aangetroffen en genomen moesten worden, wat de vertraging in de besluitvorming bij het R.B. A. betekende et cetera. Dus niet dat de centen op waren, maar wèl en dat was inderdaad op dat moment aan de orde, dat de resultaten niet waren gehaald. En dan rijst de vraag: moeten we doorgaan met dit project of moeten we stoppen? In het laatste geval moeten we het helemaal als mislukt verklaren. U vraagt of de functionele wethouder op de hoogte was. Neen, dat was hij niet. Het is niet gemeld en dat heb ik ook in de commissie uitgebreid meegedeeld. Als zodanig heb ik ook geen toestemming gegeven om door te gaan, want dan had ik wel eerst bij uw raad aangeklopt. De heer SCHRöDER De doelstelling is niet gehaald. Geconstateerd mag worden dat het feit dat de doelstelling niet wordt gehaald, dat hoor ik in ieder geval in de beantwoording van de wethouder, al tijdens de evaluatie is geconstateerd. Het ligt volgens mij, wanneer dat tijdens de evaluatie wordt geconstateerd, voor de hand dat daar ook een kritische evaluatie bij hoort van de budgetten die zijn uitgetrokken. Ik vind het toch een behoorlijke misser dat daaraan niet onmiddellijk de consequentie is verbonden dat hier om een nader budget had moeten worden gevraagd en dat u met het resultaat van die tussentijdse evaluatie terug naar de politiek en met name naar de raad had moeten gaan die ook het eerste budget heeft gevoteerd. En ik zou inderdaad graag willen weten of de wethouder kan aangeven waarom dat niet is gebeurd. Wethouder VAN RAAK Waarom melden mensen iets niet, terwijl ze dat wel degelijk hadden moeten doen? Rekent u erop, dat dat ook achteraf heel duidelijk is geconstateerd. Ik verwijs u naar de besluitvorming zoals die in het college heeft plaatsgevonden. Als reden waarom het niet is gebeurd, is mij gemeld dat dat gewoon is vergeten. Simpelweg vergeten. Daar is geen kwaadwilligheid bij, daar is geen bewuste opzet bij, het is gewoon vergeten. Men wilde met alle geweld de doelstelling, die men zich in de projectdefinitie had voorgenomen, bereiken. Het is pure ijver en slordigheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 5