624 Notulen van de vergadering van de raad van de gemeente Breda op 26 oktober 1994. Voortzetting van de behandeling van de begroting 1995. AANWEZIG: DE HEREN E.H.T.M. NIJPELS, VOORZITTER; A.C.A.M. ADANK, DE DAMES J.M.A. VAN BERGEN-NIJEHOLT, L. VAN BEUSEKOM-NIX, DE HEER J.O.E. BOER, MEVROUW MJ. BOIDIN-VAN HOEVE, DE HEREN J.L. BOKKELKAMP, E. DE BRUUN, WETHOUDER; MEVROUW B.P. CROFT-MnTELMEHER, DE HEREN C.J. CRUL, W.P. VAN DONGEN, WETHOUDER; C.O.W. DUBBELMAN, W.M.M. VAN FESSEM, WETHOUDER; J.A. FIGLAREK, J.C.A.M. GIELEN, J.H.A. VAN GURP, F. HEEREN, DE DAMES M.P. HEERKENS, M.M.C.W. HEESSELS, DE HEER J. VAN HEUSDEN, MEVROUW J.C.M. KOKX, DE HEREN E.J.M. DE LEEUW, J.C.C. LEUNISSE, J.E.M. MARÉE, J.P.E.M. MEEUWISSEN, MEVROUW G. NICOLIC, DEHERENN.G.M. VAN OS, WETHOUDER; M. PEETERS, H.J.F. VAN RAAK, WETHOUDER; MEVROUW SADÉE- SMEENK, DE HEREN P.H. SCHELTENS, WJ.G. SCHRODER, H.L. SINKE, PJ. VAN DE STEENOVEN, J.P.W.A.A.M. TAKS, C.J. VERPAALEN, G.A.P.M. ADRIAANSEN, ADJUNCT-SECRETARIS; AFWEZIG: DE HEREN F.L. MAAS, R.G.P. SANDBERGenB. OUWERKERK, SECRETARIS. De VOORZITTER opent de vergadering om 19.30 uur. De VOORZITTER U heeft gisteren de mededeling gekregen dat de fractie van de PvhZ de president van de rechtbank zou verzoeken om een voorlopige voorziening. Daartoe is hedenochtend door de PvhZ een bezwaarschrift ingediend bij het college van burgemeester en wethouders. Consultatie, naar ik heb begrepen, tussen de PvhZ en de president van de rechtbank heeft opgeleverd dat ik een kopie van een brief heb gekregen van de PvhZ waarin zij mij mededeelt dat het verzoek strekkende het verkrijgen van een voorlopige voorziening tot schorsing is ingetrokken door de PvhZ. Dus wij gaan weer over naar de werkelijkheid en dat is dat we vanavond gaan vergaderen. Vanavond zijn allereerst aan de orde: de algemene beschouwingen tweede termijn van de zijde van de raad en van de zijde van het college. Daarna is er een korte schorsing en vervolgens gaan we de reguliere agenda, zoals gisteravond is afgesproken, met elkaar afwerken. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (tweede termijn). De heer ADANK Toen ik over dienstbaar bestuur sprak in mijn betoog doelde ik ook op de kwaliteit van de discussies. Ik heb dus absoluut niet de opvatting van de voorzitter van deze raad gevraagd over de kwaliteit van het raadsdebat. Dat zou een andere vraagstelling zijn geweest. Onze zorg heb ik onder woorden gebracht en ik heb gesteld dat de voorwaarden in de gaten moeten worden gehouden op basis waarvan de raad enerzijds politiek kan debatteren en anderzijds op hoofdlijnen kan besturen. En voorzitter, ik meende dat ik in uw reactie een wat andere interpretatie hoorde dan wat ik in mijn betoog had willen aangeven. Ten aanzien van de ombudsman en dat geldt dan ook voor uw portefeuille, is voor ons de evaluatie van de bezwaar- en beroepschriftencommissie best van belang. Daar hebben we ook al eerder op aangedrongen en dat is toegezegd, daar wordt aan gewerkt. Wij willen dat toch los zien van ons standpunt dat een onafhankelijke ombudsfunctie in deze stad van wezenlijk belang is in de relatie burger-bestuur, waar burgers laagdrempelig hun klacht neer kunnen leggen, die los van welke binding met het gemeentebestuur dan ook onderzocht wordt en waar actie op ondernomen kan worden. Heel belangrijk is dus die evaluatie en anderzijds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 624