26 OKTOBER 1994 628 Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Wij zijn blij dat u zo'n goede promotor bent voor De Parel. U schopt altijd naar ons. Dat betekent dat wij u schijnbaar goed dwars zitten, dus goede oppositie voeren. Dus De heer DE LEEUW Ik wil nog wel verder gaan, maar dat is niet de moeite waard. U moet uw eigen artikel 48-vragen nog eens lezen. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER Die stellen wij alleen maar op verzoek van burgers. Kijk, wij luisteren naar de burgers, dat doet u niet, dat is het verschil. De heer DE LEEUW Is dat het verschil? Nu, het verschil is dat u dat nu net niet doet. Uw eigenbelang en het schreeuwen voor het publiek dat er zit, daarvoor bent u bezig. Tegen iedereen aanschoppen, maar met een redelijk alternatief komen, zorgen voor een oplossing, het belang van de stad voor ogen houden, dat doet u dus totaal niet. En daar had ik het even over. En dat blijkt. Want nog steeds is dat politieke belang belangrijker voor De Parel, maar overigens ook voor de ander, waar ik het net over had. Mevrouw CROFT-MITTELMEUER U heeft toch de lijst gezien met de vragen, meneer De Leeuw, daar staat toch op waar die vragen vandaan komen. Het feit dat u nooit vragen stelt, omdat, als uw achterban met een vraag komt, u gewoon zegt: neen, onze wethouder in het college zus en zo en daarom vragen wij dat niet, dat is uw probleem. Wij vragen altijd. Als er burgers bij ons komen met een probleem en klagen over het college, klagen over het gemeentebestuur en klagen over de politiek, zeggen wij: prima, dat zwengelen wij aan. Dat is onze taak, dat is een controlerende functie. Dat had u moeten weten. De heer DE LEEUW Goed voorzitter, het zal wel weer praten tegen de muur zijn, maar, laat maar gaan. Mevrouw CROFT-MITTELMEIJER Dat doen de burgers. De heer DE LEEUW Goed. Veel dingen die in onze gemeente gebeuren, die gebeuren naar onze mening wèl goed en daar kunnen wij best trots op zijn. Alleen, wij zijn van mening dat er een heleboel van die zaken niet voldoende voor het voetlicht komen. Daarom is er al eerder een keer sprake van geweest om een initiatief te nemen om de burgers beter op de hoogte te brengen van wat er allemaal gebeurt in de gemeente. Hoe staat het met dat initiatief en wanneer kunnen wij daar de eerste resultaten van verwachten? Verder heeft onze vraag om automatisering bij de informatiepunten een willig oor gevonden bij het college en daar zijn wij blij om. Mogen wij wel weten wat we ons daarbij mogen voorstellen en op welke termijn de discussie in commissie en raad daarover te verwachten valt? Bij cultuur hebben wij benadrukt dat over de vervolgfase van de clustering op korte termijn een besluit genomen moet worden. Er is echter door het college niet op gereageerd. Wanneer kunnen wij daar wat meer helderheid over krijgen? De reactie van het college op het buurtbeheer, onder andere in Gerardus Majella, is ons niet geheel duidelijk. Er ligt een duidelijk verzoek op tafel om na te gaan of het mogelijk is om in de nieuwe situatie gebruik te kunnen maken van dezelfde in de buurt bekende krachten. Daar waar het goed gaat heeft het onze sterke voorkeur om het ook zo te houden. Kuntudaarop ingaan en wat gaat er nu precies gebeuren? De rolverdeling

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 628