23 FEBRUARI 1994 ALGEMENE BESCHOUWINGEN (TWEEDE TERMUN). 60 De heer DUBBELMAN Misschien even om te beginnen: ik wil even opmerken dat ik het op zich altijd wel aardig vind als u met een ordevoorstel komt om pauzes wat korter te laten duren, daar ben ik altijd erg een voorstander van, omdat je dan ook vroeger daarna andere dingen kunt doen, maar ik begrijp van een collega-fractievoorzitter dat het toch wel op prijs wordt gesteld als u de blik wat dat betreft wat verbreedt bij een opiniepeiling bij fractievoorzitters. Mevrouw HEERKENS Laten we het er nog eens uitgebreid over hebben in dit fractievoorzittersoverleg. De heer RöMKENS Om de schade in te halen moet u nu het woord geven aan Groen Links, dan hebben we weer een ronde gewonnen. De VOORZITTER Als mevrouw Heerkens in de nieuwe raad in ieder geval recht voor mij plaats neemt, zodat ik Mevrouw HEERKENS Die positie willen we best innemen straks. De VOORZITTER Het is gelukkig zo dat de voorzitter, gehoord de raad, de plaatsen aanwijst, dus ik heb een van de weinige vrijheden die een arme burgemeester nog heeft. Het woord was aan de heer Dubbelman. De heer DUBBBELMAN Ik kan puntsgewijs heel kort zijn. In de eerste plaats: ik beperk mij in de beantwoording niet tot de dingen waarmee wij het allemaal eens zijn maar tot die onderwerpen waarop ik toch nog graag even zou willen ingaan in een wat meer kritische zin. De eerste opmerking betreft de vraag over de politie op straat. Wij missen in de beantwoording van het college toch een positieve intentie over die suggestie van ons, beseffend dat de bevoegdheden inderdaad een wat lastiger verhaal is. In de tweede plaats moet ik u toch wel zeggen dat onze fractie vindt dat het college onvoldoende tegemoet is gekomen aan ons verlangen om toch, met begrip voor het feit dat zoals het er nu naar uitziet die 0,5 miljoen ombuiging richting stadsgewest niet wordt gehaald, de 16 miljoen als taakstelling overeind te houden. Wij vragen u dringend om in dezen enige tegemoetkomendheid te betrachten in uw beantwoording. De derde opmerking betreft het opheffen van de bestuurscom missies. Wij menen het antwoord van het college zodanig op te vatten dat er hoe dan ook een voorstel inzake de opheffing voorligt in de maartvergadering, dus tijdens deze raadsperiode. Wij zijn akkoord met de beantwoording van de heer Taks namens het college over de streefcijfers voor de doelgroepen, met dien verstande dat wij beseffen dat niemand tot het onmogelijke is gehouden. Ik weet niet of ik nu Van Agt citeer of Den Uyl, dat weet u gegarandeerd beter dan ik, maar dan heb ik het Van Agt weer heel geloofwaardig horen citeren naar Den Uyl, maar u bevindt zich wat dat betreft in goed gezelschap mijnheer Taks. Wethouder TAKS Dank u wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 60