26 OKTOBER 1994 635 vastgesteld, vooral in de zachte sector terecht komen, tegenover elkaar zetten, dan zouden we best nog een aantal invullingen willen zien, dat wat ons betreft wenselijk is. Mevrouw HEERKENS Een aantal opmerkingen. Allereerst over de S AW-sectorvervolgens een aantal over Stadsvernieu wing en ik sluit met een aantal opmerkingen over de financiële situatie. Wat betreft de S AW-sector heeft de wethouder in zijn beantwoording in de richting van een andere fractie gezegd dat hij er nog niet aan toe was om de buurt budgethouder te maken. Ik denk dat we ook moeten kijken hoe straks het districtsgewijs werken zich gaat ontwikkelen. Maar ik denk wel dat we nadrukkelijk de overdracht van budgetten aan buurten, zij het onder randvoorwaarden, voor mogelijk moeten houden. Aan de ene kant willen we dat de burgers meer betrokken worden bij die buurten, meer verantwoordelijkheid gaan dragen. En onze opvatting is dan ook datje moet kijken en natuurlijk krijg je representativiteitsvraagstukken en dergelijke, of je daar ook bevoegdheden aan kunt koppelen. Wat betreft de discussie over de werkgelegenheid, het volgende. U heeft hier een verslag gedaan van de discussie die nu speelt in het R.B. A.Het speelt ook landelijk. Het C.B. A. noemt het zich ontdoen van de verantwoordelijkheid voor de langdurig werklozen segmentering. Hier praten ze over fasering. In Den Bosch hebben ze het over baanvakken. Volgens mij komt het allemaal op hetzelfde neer, namelijk dat het R.B. A. zit met financiële problemen en vindt dat men kan bezuinigen op een bijdrage aan de problematiek van de langdurig werklozen. En juist omdat wij hier grote plannen hebben, dus op een grootschalige manier de werklozen willen inzetten, is het zo belangrijk dat het R.B.A. ook haar verantwoordelijkheid wenst te dragen. Ik vind het heel goed dat de gemeenteraad heel breed dit signaal heeft afgegeven, ook bij deze begrotingsbehan deling. We zijn een centrumstad en hier is de werkloosheidsproblematiek geconcentreerd. En ik denk dat het belangrijk is dat u ook nog eens naar aanleiding van deze begrotingsbehandeling dat signaal aan het R.B. A.-bestuur doorgeeft. Wat betreft de bezuinigingen in de SAW-sector, anderen zijn er ook op ingegaan, het volgende. De grote instellingen moeten nog een aantal concrete punten gaan aanreiken, maar ik denk dat het belangrijk is dat het college rekening houdt met de opmerkingen die hier gemaakt zijn ten aanzien van de link naar het integraal veiligheidsbeleid en de rol van het welzijnswerk ook in de stadsvernieuwing. Wat kunnen we, gezien de omvang van de bezuinigingstaakstelling in de SAW-sector als je kijkt naar de langere termijn, verwachten van het college op dit punt? Vervolgens de stadsvernieuwingsaanpak. Ik heb gezegd: de gemeente moet sturend optreden. Wat ik daarmee bedoel is het volgende. Ik begrijp best dat er ook een relatie is of een andere verhouding tot stand gekomen is wat betreft het volkshuisvestingsbeleid. Maar het gaat erom dat we niet alleen praten over het geïsoleerd opknappen van woningen. Want dan praatje inderdaad over een andere verantwoordelijkheid, die niet meer bij de gemeente ligt. Maar je bent er dan niet. Het gaat bijvoorbeeld ook om het aanstellen van huismeesters, die wijkagent, het stimuleren van werkgelegenheid, de vraag of je al dan niet moet gaan verdichten met duurdere woningen. En als we gaan kijken naar Westeinde/Vestkant dan zitje daar ook met de problematiek van sociale verbanden. Dat vereist naar onze mening een geweldige regisseursrol van de gemeente en dat alles mis ik een beetje in de beantwoording van het college. Als ik kijk naar de motie van Groen Links met betrekking tot het opbouwwerk dan denk ik toch, want u heeft dat beantwoord in de zin van: kijk naar de beantwoording van de vragen die D66 daarover ook gesteld heeft, dat het goed is, ook naar aanleiding van die opmerking, om ook hier tijdens deze begrotingsbehandeling nog eens te vertellen hoe u dat precies gaat regelen. U heeft dat in de commissie ook al gedaan, maar toch vraag ik dat omdat het zo belangrijk is en omdat de buurt daar uitdrukkelijk naar gevraagd heeft. Wij vinden in ieder geval dat gedurende het gehele project en dat kan best in een aantal buurten langdurig zijn, er een goede ondersteuning moet zijn voor de bewoners, natuurlijk in samenspraak met die woningbouwvereniging die daarin ook een rol heeft te vervullen. De buurtmeesters. In bijna elke commissie is dat punt aan de orde geweest. Ik ga er vanuit dat de mensen door kunnen werken. Gezien ook de werkgelegenheidsinitiatieven zou het natuurlijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 635