23 FEBRUARI 1994
61
De heer DUBBELMAN
Niemand is tot het onmogelijke gehouden maar er moet wel een uiterste inspanning worden gepleegd
en mocht onverhoopt, quod non, zeggen de juristen, die taakstelling niet worden gehaald, dan
zal daarover een stuk verantwoording plaatsvinden. De voorlaatste opmerking die ik heb betreft
het gemeentelijk apparaat. Wij zouden toch nog eens willen beklemtonen dat het van belang is
om zo vroeg mogelijk enig inzicht te krijgen in de werkelijke concrete ervaringen met de nieuwe
opzet waarbij ook het fenomeen overheadkosten aan de orde zal komen. De laatste opmerking
betreft, dat mag ik dacht ik ook wel alvast doen, een beoordeling van de motie van Groen Links.
Wij steunen de afwijzende reactie van het college.
Mevrouw HEERKENS
Ik zou willen beginnen met een opmerking die de heer Sandberg nogal agressief uitsprak, namelijk
dat hij de oorlog verklaart aan de criminaliteit. Op zich wil ik dat van harte ondersteunen. Wij
hebben ook met het uitbrengen van onze veiligheidsnotitie in ieder geval een deel van die munitie
willen leveren. Ik onderschrijf zijn roep om meer politie zichtbaar op straat. Ik denk wel dat dat
ook extra financiële middelen gaat vergen. Als je kijkt naar discussies die in de krant hebben
plaatsgevonden van verschillende zijden uit de regio dan denk ik dat dat gerechtvaardigd is. Maar
het is niet alleen meer politie. Het gaat ook om het structureel verhaaldat hebben wij heel duidelijk
neer willen zetten. Het gaat om een integraal veiligheidsbeleid en dat betekent dus datje ook wat
moet vinden van de bezuinigingen op het terrein van sociaal cultureel werk, het straathoekwerk
en het jeugd- en jongerenbeleid. Wat betreft het laatste aspect wil ik in ieder geval zeggen dat we
op zich steeds een extra project in Princenhage hebben ondersteund, maar dat we toch ook willen
kijken naar injecties die nodig zijn in andere wijken en wellicht nog wel harder nodig zijn. Als
we kijken naar de Haagse Beemden, de politie heeft dat onlangs ook weergegeven, dan zijn daar
nogal wat knelpunten wat betreft de hele jongerenproblematiek. Ik denk wat dat betreft dat we
moeten kijken waar we precies de prioriteiten gaan leggen wat betreft de extra inzet van hulpverle
ners en ook wat betreft het creëren van wellicht jeugdhonken. Een tweede punt betreft de
beantwoording van de heer De Bruijn op onze vraag om extra investeringen in de verschillende
wijken. We zijn blij met de toezegging dat deze nog op de agenda van 1994 wordt geplaatst, echter
wat wij hebben bepleit is toch een brede aanpak, niet alleen op het terrein van volkshuisvesting
maar zeker op het terrein van milieu, werkgelegenheid en welzijn, een echte stadsvernieuwings-
aanpak, omdat het gewoon nodig is in die wijken. Ik kreeg een beetje de indruk dat we de zaak
gaan bespreken aan de hand van een notitie. Wat wij willen is een echte publieke discussie, heel
snel te starten nog voor het einde van 1994, zoals we dat ook doen bijvoorbeeld bij de Oost-West-
flank. Een derde aspect betreft de werkgelegenheid. De heer Taks heeft een aantal zaken naar
voren gebracht met name wat betreft de buurtaanpak van de werkgelegenheid in Tuinzigt. Ook
hier: de totale werkloosheidsproblematiek is door de VVD-ffactie de oorlog verklaard. Ik heb
begrepen dat de lijsttrekker van de VVD in ieder geval wat dit betreft een zaak heeft overgenomen
en dat wil ik hier nadrukkelijk zeggen: iedereen weet dat dat extra structureel financiële middelen
vergt en dat we hier niet uit zijn met het inzetten van bijvoorbeeld gelden uit het Europees Sociaal
Fonds omdat het hier éénmalige gelden betreft die je in een bepaalde richting moet besteden. Ik
wil het hier maar heel duidelijk naar voren brengen. Dan een allerlaatste aspect betreffende de
V.V.V. We hebben zelf niet daarover gesproken maar de beantwoording van het college is me
niet geheel duidelijk. Is het nu zo dat de motie geheel is overgenomen, dus overbodig is, of is
het zo dat het college een wat genuanceerdere opvatting heeft en dan zouden we dat graag
vernemen.
De heer SANDBERG
Ook wat betreft de VVD enkele korte reacties, onze dank voor de antwoorden van uw college.
In uw richting voorzitter: we hebben gesproken over het overleg met de randgemeenten. U heeft