26 OKTOBER 1994 651 last gehad. Het probleem was juist dat wij géén nota hadden. Nu komt er eentje en dat is toch een winstsituatie denk ik. Maar ik begrijp uiteindelijk dat hij onderstreept wat de heer De Leeuw gisteren vertelde: het concrete karakter daarvan, proberen niet in vage termen te spreken en dat soort dingen meer. Ik heb me gisteren in eerste termijn aangesloten bij wat de heer De Leeuw bij interruptie daaraan toevoegde. Ik heb dat ondersteund en gezegd dat ik dat begreep en dat ik dat ook zo wilde doen. En ik begrijp dat de heer Schroder mij daar ook in sterkt. Dan de kwestie Haagpoort en Gerardus Majella. Iedereen, want ook van de zijde van het CDA waren er opmerkingen over gemaakt, zit thans verwachtingsvol mijn richting uit te kijken, maar zo werkt dat niet. Het geld zit bij de heer De Bruijn, Stadsvernieuwing, dat raakt op en de functie komt dan bij de heer Van Dongen, Buurtbeheer, en die heeft daarvoor geen geld. Dus ik wil toch de vorige budgethouder en eventueel de toekomstige budgethouder daarover aan het woord laten. De heer SCHRODER Dat bedoelt onze fractie dus met dat integraal beleid. Praat u wel eens met elkaar over dit soort problemen en hoe u die op wilt lossen? Wethouder VAN RAAK Juist over deze kwestie. Ik denk dat we hier gewoon qua portefeuille het woord voeren, dus u moet niet naar mij kijken. Ik denk dat öf de heer De Bruijn, zoals hij gisteren het woord heeft gevoerd over dat onderwerp, öf de heer Van Dongen daarover kan gaan praten. Mevrouw HEERKENS Het kan me niet schelen, als er maar zekerheid komt van achter de collegetafel dat die projecten gewoon doorlopen, daar gaat het om. En of dat nu Jantje, Pietje of Klaasje hier komt vertellen, dat kan me nu niet zoveel schelen, maar ik vind wel heel erg belangrijk dat die toezegging er komt. Wethouder VAN RAAK Ik denk dat u daarbij even de realiteit onder ogen moet zien. Er is op 10 november een evaluatie aan de orde waarin de werkgroep die overgang Stadsvernieuwing richting Buurtbeheer aan de orde stelt. Er is een evaluatie met betrekking tot de 20 uur opbouwwerk, de 20 uur buurtbeheer is er aan de orde, daar wordt over gerapporteerdEr is met allerlei soortenpersonen contact opgenomen, er zijn aanbevelingen om, maar dat heeft de heer De Bruijn gisteren ook verteld, 10 uur opbouwwerk in leven te houden. Er is een aanbeveling, maar daar zijn de mensen zelf in het voorstel niet over uit, om het buurtwerk door te laten gaan. Of dat dezelfde buurtwerkerwaarvoor in feite hiervoor wordt gepleit, moet zijn, wordt door een aantal van die groeperingen daarin niet onderschreven. Er zijn voorlopige conclusiesDie moeten nog met elkaar worden doorgesproken. Het lijkt mij dat wij even, en dan ben ik toch over dat onderwerp bezig en dat was niet de bedoeling, moeten wachten totdat we met de buurt, met die mensen gesproken hebben over die evaluatie en dan kunnen we naar bevind van zaken handelen. Wat betreft uw aanbeveling om zoveel mogelijk van beide functies overeind te houden, denk ik dat we die nu alleen voor kennisgeving kunnen aannemen en kunnen meenemen in de besprekingen die we zullen hebben op dat moment. Mevrouw HEERKENS Voor kennisgeving aannemen! Zelfs in de commissies is onderschreven hoe belangrijk het werk van die buurtmeester is en het werken op buurtniveau. Dat dat door meerdere fracties hier wordt aangegeven, daar gaat het om. Als het college gewoon zegt: dat onderschrijven we en we zoeken ook echt naar een oplossing om dat te continueren, nou dan is het prima. Dat is het enige en daar hoeven we geen ingewikkelde verhalen over te houden. Als dat maar gegarandeerd gaat worden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 651