26 OKTOBER 1994 663 De VOORZITTER Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen. Ik teken daarbij aan dat u niet verplicht bent om stemverklaringen af te leggen. En dat u ook niet verplicht bent om alle moties stuk voor stuk nog eens uitvoerig te behandelen. Ik geef eerst nog even het woord aan wethouder Van Os voor een klein puntje. Wethouder VAN OS Om enige misverstanden uit de weg te ruimen. Ik had een discussie met de heer Schroder. Het is voor het college onaanvaardbaar dat er een gat in de begroting geschoten wordt en daarom ontraden wij u het amendement ten sterkste. De VOORZITTER Dan gaan we thans over tot de stemverklaringen. Heeft de fractie van het CDA behoefte aan het afleggen van een stemverklaring? De heer AD ANK Het gaat om het amendement over de onroerend zaakbelasting. De onroerend zaakbelasting, ik heb dat al eerder gemeld en dat is ook onze insteek geweest in de commissie Middelen, is door de CD A-fractie ook inhet voortrajectbij deonderhandelingenvanuitons eigen program ingebracht in het programakkoord, in die zin dat er een bijstelling is geweest. We hebben met elkaar afgesproken dat inhet totaleplaatje van de lastenverzwaring of lastenverlichting wij in deze periode eens goed naar de lastendruk van de burger zouden kijken, omdat we toch heel nadrukkelijk vinden dat Breda op een aantal punten een dure stad is geworden. We weten zelf dat we een hoog ambitieniveau hebben en we daar ook diep voor in de buidel moeten tasten, dat is het probleem niet, maar aan de andere kant willen we ook alle burgers in Breda blijvenhouden. In die zin hadden wij er ook een politieke vertaling aan gegeven: dat die lastenverlichting best geëffectueerd zou kunnen worden door een mogelijke verlaging van de Onroerend Zaakbelasting. We hebben ook in een eerder stadium gezegd dat wij daar best een onderzoek naar wilden doen en dat hebben wij ook gedaan. En wij hebben het college ook mogelijkheden, suggesties gegeven om de dekking daarvoor in te vullen. En we hebben zelfs niet gesproken over verlaging, maar we hebben toen gezegd: bevriezing als het gaat om de trendmatige verhoging 1995. Dat is eenmalig ook al wordt het uitgelegd als een structurele invulling, maar dat is het wat ons betreft niet. In het programak koord op bladzijde 11 onderaan staan mogelijkheden om het college uit te nodigen met een heel goed onderbouwd verhaal te komen, waarin de consequenties van de lastenverlichting ook op langere termijn onder woorden moeten worden gebracht en aan de raad gepresenteerd moeten worden, zodat er een politieke discussie, een politiek besluit plaats kan vinden, zonder dat er überhaupt een richtinggevend collegebesluit ligt. En ik denk dat dat kan en dat zou voor ons richting kadernota heel wat waard zijn. Als ik daarbij ook merk dat bij wijze van spreken, ik wil het woord eigenlijk niet gebruiken, mijn fractie en zijn fractievoorzitter toch redelijk onder grote druk staan, omdat ik zelf heb uitgesproken en dat ondersteun ik met mijn fractie nog steeds van harte, dat wij deze coalitie verder willen laten gaan dan deze week of volgende week. Wij vinden dat er politiek bestuurlijk een aantal zaken goed is geregeld, ondanks de redelijke kritiek die op deze begroting is gekomen. Anderzijds vinden wij dat we goed bezig zijn en daar ook alle ruimte voor willen geven en in die zin de coalitie ook loyaal willen blijven ondersteunen. Aan de andere kant zegt mijn fractie De VOORZITTER Ik moet de heer Adank er even op attent maken dat het gaat om een stemverklaring en de bedoeling van een stemverklaring is volgens het Reglement van Orde dat die kort en bondig is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 663