11 NOVEMBER 1994
695
moet verschaffen over de dramatische vertraging die blijkt op te treden bij de oplevering en de
ingebruikname van het Chassé Theater, en dat moet gebeuren in een openbare vergadering van
de raad. De publieke zaak moet in het openbaar worden behandeldVandaar ons verzoek om deze
raadsvergadering op zo'n kort mogelijke termijn. De voorzitter heeft dat verzoek onmiddellijk
gehonoreerd en de raad bijeengeroepen op de eerste vergadervrije avond. Onze dank daarvoor.
Ongetwijfeld betekent dit voor veel raadsleden enig persoonlijk ongemak, maar dat valt natuurlijk
in het niet bij de ernst van de problematiek die thans aan de orde is. Het ligt voor de hand dat
de VVD-fractie in de omstandigheden waarin zij momenteel verkeert niet droevig is gestemd over
het vertrek van een wethouder. Er resteren nu nog vier leden van het wethouderscollege dat op
12 april van start is gegaan. Als de wethouders in dit tempo blijven opstappen is het voltallig
wethouderscollege al vertrokken nog voordat de kiezers in november 1995 hun oordeel mogen
uitspreken. Wel, moet ik zeggen, wordt onze vreugde ernstig getemperd door de oorzaak die aan
het ontslag van wethouder Van Fessem ten grondslag ligt. Na de tegenvaller van het oplopende
exploitatietekort conform het bedrijfsplan van enkele maanden geleden, is er nu sprake van een
ernstige vertraging bij oplevering en ingebruikname van de schouwburg met ook weer grote
financiële consequenties: mogelijke schadeclaims van theaterproducenten en derving van inkomsten.
Bovendien is er weer een stortvloed van negatieve publiciteit, waardoor het beeld van Breda in
het algemeen en het Chassé Theater in het bijzonder schade lijdt. Dat vraagt dan weer extra
inspanningen met betrekking tot marketing en promotie, wat ook weer kosten met zich zal
meebrengen. Verder is het zonder meer een blamage voor de stad dat men de opening van het
Chassé Theater door Hare Majesteit de Koningin moest afzeggen. Tegen deze achtergrond is het
volkomen terecht dat wethouder Van Fessem ontslag heeft genomen. Zijn positie was volstrekt
onhoudbaar geworden ook al valt hem persoonlijk misschien weinig te verwijten. Feit blijft wel
dat hij keer op keer bezorgde vragen over dreigende achterstand bij het bouwproces heeft
weggewuifd namens het college. Ik denk dat Groen Links zo dadelijk op het onderwerp dieper
ingaat gezien het antwoord op recente schriftelijke vragen van Groen LinksDe VVD-fractie heeft
in dit verband twee vragen, waarvan er maar één bevestigend kan worden beantwoord. Het ene
sluit het andere uit. De eerste vraag is: heeft het college de raad misleid? De andere vraag is: wist
het college niet wat de werkelijke stand van zaken was? De ontslagbrief van de heer Van Fessem
wekt de indruk dat het laatste het geval isOok de woorden van de heer Van Os wijzen in die zelfde
richting. "Onaangenaam verast" zei hijMaar als het college niet heeft geweten wat de werkelijke
stand van zaken was is dat misschien nog wel erger dan het misleiden van de raad. Architect,
bouwmanagement en bouwer zouden volgens de brief van de heer Van Fessem plotseling hun
toezeggingen niet gestand hebben gedaan, als het ware een donderslag bij heldere hemel, waarop
de wethouder in pure wanhoop er maar de brui aan heeft gegeven. Wij willen daarover een zeer
duidelijk antwoord van het college. De heer Van Fessem is geprezen zojuist door zijn fractievoorzit
ter en ook door anderen buiten de raad om zijn ontslagneming. Een integer besluit wordt gezegd,
een moedig besluit, de krant zei zelfs: een zoenoffer aan de democratie, hij zou zich niet aan zijn
verantwoordelijkheid hebben willen onttrekken. Dat zijn mooie woorden die zeker waar zijn. Maar
de VVD-fractie denktdaarover toch iets genuanceerder. Het was naar onze mening in democratisch
opzicht beter geweest, in elk geval politiek moediger, als de wethouder zich zelf in de raad had
verantwoord alvorens ontslag te nemen. Overigens is de wethouder nog altijd in functie. Ik wijs
op artikel 43 lid 2 van de Gemeentewet: "Het ontslag van een wethouder gaat in met ingang van
de dag, gelegen een maand na de dag waarop hij ontslag heeft genomen of zoveel eerder als zijn
opvolger de benoeming heeft aangenomen". De heer Van Fessem had vanavond nog achter de
collegetafel kunnen zitten. Het vertrek van de wethouder betekent overigens niet dat daarmee de
vraag naar de politieke verantwoordelijkheid afgedaan is. De portefeuillehouder is in het bijzonder
verantwoordelijk, maar het college voert collegiaal bestuur: het college dient zich nu te
verantwoorden voor de vertraging in het bouwproces èn voor het daaromtrent verstrekken van
onjuiste en/of onvolledige informatie aan de raad. Daarom stellen wij de volgende vragen aan