11 NOVEMBER 1994 698 De heer SCHRODER Ik vind het een taak van het college om de raad in te lichten over dit soort belangrijke besluiten die binnen De VOORZITTER Voor alle duidelijkheid, op woensdag is er pas een brief gekomen van de wethouder waarin hij zijn ontslag heeft ingediend, dus woensdag is het moment waarop mij als voorzitter van de raad de brief officieel heeft bereikt, en die hebben we terstond doen rondsturen via de daartoe geëigende wegen. De heer SCHRODER Ik teken aan dat ik het besluit van de heer Van Fessem vanuit de pers heb moeten vernemen. Bij herhaling hebben wij gevraagd naar de opleveringsdatum van de schouwburg. Is de ambitieuze datum van maart 1995 wel haalbaar, hebben wij gevraagd. We hebben dat gevraagd in de raadscommissie OCE op 14 september 1994. We hebben dat andermaal gevraagd in de raad, het bekende raadsdebat van 22 september 1994. Vervolgens hebben we op 21 oktober, middels artikel 48-vragen, opnieuw dat punt aan de orde gesteld, gaat het ambitieuze project open? En tenslotte hebben wij ook in de raad van 25 oktober, het begrotingsdebat, opnieuw die zaak aan de orde gesteld. Keer op keer, en de heer Taks heeft dat ook al naar voren gebracht, zijn de vragen wegge wuifd, zijn er geruststellende woorden aan te pas gekomen, er was niets aan de hand, geen enkele reden om aan te nemen dat de opening niet zou worden gehaald. De Bredase Revue, waarover we in het bijzonder hebben gevraagd omdat die ons ook in het bijzonder zorgen baarde, zou gewoon kunnen spelen. Als klapstuk op de beantwoording van onze artikel 48-vragen op 7 november, jongstleden maandag nota bene, en ik citeer: "de planning is gericht op ingebruikname begin maart", en vervolgens zegt het college nog heel dapper: "aan het college wordt tweewekelijks en zonodig zelfs dagelijks gerapporteerd over de voortgang van de bouw". Al maanden lang is bij iedereen bekend dat de bouw een niet meer in te halen achterstand heeft opgelopen. In de beantwoording op onze vragen probeert het college krampachtig de suggestie te wekken alsof die informatie bij het college niet bekend was. Als bij donderslag zou het slechte nieuws dinsdag zijn neergedaald op de burelen aan de Claudius Prinsenlaan. Wat denkt het college welHet lijkt wel op een gesprek dat je voert met een kleuter over Sinterklaas, gelooft het college nog in de goedheilig man? En gaat het college morgen reikhalzend voor de televisie zitten om de intocht van de Sint te begroeten. De heer DE LEEUW Even ter interruptie, maar als de fractievoorzitter van Groen Links erover praat dat die zaak maanden bekend was: maanden geleden was dezelfde fractie nog lid van dit college, hadden zij zelf nog een wethouder in het college. De heer SCHRODER Ook in die periode, mijnheer De Leeuw, hadden wij daarover al vragen gesteld en in ieder geval zijn ze ook in die periode al ontkennend beantwoord. Dus in die zin is het punt door ons met regelmaat aan de orde gesteld. De heer DE LEEUW Dus in die zin zegt u dan ook dat uw eigen wethouder destijds ook niet de waarheid heeft gesproken. De heer SCHRODER Met name zijn toen de vragen gericht aan de portefeuillehouder. We moeten toch nu vaststellen dat het een breder gedragen verantwoordelijkheid is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1994 | | pagina 698